<----- Terug naar de Eeftinck Schattenkerk start pagina
<----- Terug naar de ouders Eeftinck Schattenkerk - Kwakernaak


Naar de genealogie Eeftinck Schattenkerk -----> opent in eigen venster


Pieter Eeftinck Schattenkerk


Pieter geboren in 1839 als zoon van het Alphens echtpaar Eeftinck Schattenkerk-Kwakernaak werd arts, net als zijn oom Charles Schattenkerk en zijn oudere broer Jan (JCP ES-2).

  • Hij volgde de zo genoemde Klinische School voor geneeskunde te Rotterdam waar hij in 1859 werd ingeschreven. Op 15 mei 1862 schreef hij zich in bij de universiteit van Leiden. Datzelfde jaar al kwalificeerde hij zich voor de Provinciale Commissie voor Geneeskundig Onderzoek en Toezicht in Den Haag als scheeps-, plattelands- en stedelijk heelmeester.
  • Dat ging vroeger kennelijk erg snel. Ik heb niet kunnen confirmeren dat hij in Leiden is afgestudeerd. Ik heb de indruk dat de Klinische School (opgeheven in 1867) een soort HBO opleiding was en minder status genoot dan de Leidse universiteit. (Zijn oom en broer waren wel in Leiden gepromoveerd.) Dat zal niet geholpen hebben om aan een top-positie in Nederland te komen. Was dat de reden dat Pieter zijn geluk in Indië wilde zoeken of was het gewoon zin in avontuur ?
  • In de NRC van 1 januari 1864 wordt gemeld dat hij is afreist naar Batavia op het schip "Hendrikus Gerardus" met Decima in Japan als eindbestemming. Op 1 juli van dat jaar staat in het algemeen Handelsblad dat hij is aangekomen te Batavia. Volgens het bevolkingsregister van Alphen aan den Rijn is hij in november 1864 al weer bij zijn ouders terug. Merkwaardig dit bliksembezoek gezien de lange reis en de daarmee gepaard gaande hoge kosten.(1000 gulden voor uitrusting en passage opgevoerd bij zijn vaders nalatenschapsafhandeling) Kennelijk kwalificeerde hij nog niet volledig als Indisch arts. Was hij in een opwelling gegaan en had hij verzuimd zich van te voren van de vestigingseisen op de hoogte te stellen ?
  • Vrijwel direct na terugkomst op 3 januari 1865 haalde hij alsnog een aanvullende bevoegdheid als vroedmeester bij de eerder genoemde Provinciale commissie en ging begin april van dat jaar als heelkundige werken in Krimpen aan de IJssel. Dat had meer weg van een stage want veel verdiende hij er niet mee. Tot eind 1866 kreeg hij een aanvullende toelage van 10 gulden per week van zijn vader.







  •       


    Het echtpaar ES - Boers met oudste zoon George
  • Hij is daarna weer naar Indië zijn gereisd. In november 1867 wordt in diverse kranten gemeld "Magtiging verleend: Tot de uitreiking aan P. Eeftinck Schattenkerk van eene akte van toelating tot uitoefening van de genees-, heel en verloskundige praktijk in de afdeling Bodjonegoro (Rembang [Oost java]) zijnde hij tevens belast met de waarneming der civiele geneeskunde. dienst en het opzigt over de vacinne in die afd[eling]."
  • Op 3 december 1867 trouwt hij er met Gualthera Mathilde Constancia Boers (geb. 1840) dochter van de vroegere resident van Rembang J.W. Boers en A.E.J. Mooyaart.
  • Hij verruild in april zijn baan voor een aanstelling voor een genees- en verloskundige praktijk op de Pamanoekan-en Tjiassemlanden (residentie Krawang/Kerawang West Java).
  • In december 1869 werd een eerste kind doodgeboren in Pamanoekan.
  • Een volgend kind wordt in 1870 in het binnenland van West Java te Tjiandoer ook doodgeboren.
  • In april 1871 wordt hij belast is met de waarneming van de civiel geneeskundige dienst en het toezicht over de vaccine in de afdeling Bandong (Bandoeng). Een eervolle aanstelling.
  • Gualthera bevalt er in 1873 van zoon Jean George Philippe, in 1874 van Robbert en in 1876 van dochter Anna Petronella Mathilda.





  • Eind 1876 word hij helaas uit de zijn functie bij de civiele geneeskundige dienst in Bandoeng ontheven. De feitelijke reden van zijn ontslag is niet helder.
  • Hij vestigt zich na zijn ontslag aldaar als particulier geneesheer

  • 27 dec.1876

  • Maar zijn praktijk in Bandoeng liep niet naar wens waarop hij besloot naar Padang in Sumatra te verhuizen.

  • 14 mei 1877

  • In lokale kranten verschijnen nu suggestieve berichten. In de Sumatra courant wordt Pieter verdedigd en berichten uit Bandoeng als laster afkomstig uit kringen rond de resident, met wie Pieter kennelijk een conflict had, neergezet. De krant heeft goede berichten over hem gehoord en is blij met hem. Lees verder ....
  • 2 juni 1877

  • In mei 1877 verhuist het gezin van Bandoeng naar Padang, Westkust Sumatra, waar mijn overgrootmoeder Mea op 3 juli 1877 geboren werd. Hun huis in Bandoeng houden ze voorlopig aan.


  • 21 juli 1877

  • De boedel van het huis in Bandoeng worden verkocht.


  • 9 juni 1877

  • Mede door aanhoudend gekonkel word nu ook zijn positie in Padang lastig. Pieter besluit binnen twee maanden het ook daar voor gezien te houden en vertrekt naar Batavia waar hij op 30 juli 1877 aankomt en opnieuw zijn beroep probeert uit te oefenen.




  • Commentaar op zijn vertrek uit de Sumatra courant: PADANG, 17 NOVEMBER. Het schijnt dat men hier ter plaatse op het gebied van genees-, heel- en verloskunde elke konkurrentie onmogelijk wil maken, en ter bereiking van dit doel allerlei straatmiddeltjes dienstig en volstrekt niet te gering worden geacht. Van Dr. Van Dieren, die zich hier als civiel geneesheer gevestigd had, heette het, dat hij dronk enz, enz., en de goede man kwam op een zonderlinge wyze om het leven. Van Dr. Schattenkerk, die hem onlangs verving, wist een gedienstige geest almede te vertellen, dat hij dronk en voor zijn taak niet berekend was, en Dr. Schattenkerk gaf den brui van Padang en zijn kleinsteedsche klubkuiperijen en vertrok naar Batavia, waar hij thans een vrij goede praktijk heeft.



  • 6 aug. 1877
    Eerste adres in Batavia:


    2 nov. 1877
    Tweede adres in Batavia:





  • In deze voor Pieter moeilijke periode is zijn oudste zoon George ernstig ziek. Op 28 februari 1878 overlijd hij, op zesjarige leeftijd te Tjinangran / Soemedang (Preanger).


  • Juni 1878 vertrekt Gualthera met de kinderen naar Nederland om kennis te maken met hun grootouders en haar schoonfamilie en vermoed ik, om de moeilijke situatie van het gezin uit te leggen. In het Alphens bevolkingsregister (1870-1880) staat dat schoonvader J.C.P. ES op 3 oktober 1878 gemeld heeft dat mevrouw ES-Boers met haar 3 kinderen tijdelijk bij hem verbleven en geeft als hun woonplaats Bandong op.

  • Een klein jaar later keert mevrouw ES met haar kinderen terug naar Java. Mede passagier mejuffrouw Mooijaart is mogelijk een tante of nicht die meekomt om haar te helpen.

  • Het Nieuws van den dag 27-08-1879





  • Met Pieter gaat het niet goed er zijn problemen met zijn werk en er ontstaat een toenemende spanning tussen de echtelieden. Midden 1881 gaat het helemaal mis.
  • 17 juni 1881
  • Op 24 juni 1881 staat in de Javasche courant dat zijn akte voor geneeskunst etc in Nederlands Indië is ingetrokken.
  • Op 3 december 1881 werd in Batavia het huwelijk tussen Pieter en Gualthera officieel ontbonden (naamlijst 1883).
  • Aan Gualthera nu de moeilijke taak zich staande te houden met haar jonge gezin. Van haar ex echtgenoot en de familie Eeftinck Schattenkerk heeft zij niets te verwachten. Wel zal ze mogelijk wat hebben overgehouden van de verkoop van hun huis in Bandoeng juni 1882.

  • Pieter ziet geen toekomst meer in Indië en besluit terug te gaan naar Nederland. Eind september 1882 staat hij op de passagierslijst voor vertrek met de mailboot. Maar dat gaat niet door. Op 8 oktober 1882 overlijd hij op slechts 42 jarige leeftijd in Buitenzorg aan de gevolgen van overmatig alcohol gebruik. Wat een diep triest einde !

    6 april 1883
  • 15 juni 1882.





  • Ik weet niet of Gualthera erom gevraagd heeft maar zij en haar kinderen ontvangen in ieder geval geen financiële ondersteuning van de ouders van Pieter anders zou dat bij de latere nalatenschapsafhandeling zeker in mindering zijn gebracht. Mogelijk krijgt ze ondersteuning van haar eigen familie maar ze kwam uit een zeer groot gezin zodat de spoeling dun geweest zal zijn.
  • Op 22 januari 1883 vervoegt Gualthera zich bij notaris Houthuysen te Samarang om zeker te stellen dat wanneer de ouders van Pieter komen te overlijden haar kinderen in ieder geval hun erfdeel van de nalatenschap ontvangen. Zij woont op dat moment zonder beroep in Soerakarta/Solo (midden Java). Via de weeskamer in Batavia zal de firma Hoboken en Co in Rotterdam het belang van haar kinderen vertegenwoordigen.
  • In 1885 overlijd de moeder van Pieter, Petronella ES-Kwakernaak in Alphen en wordt notaris Maarschalk uit Boskoop door Hoboken gestuurd om aanwezig te zijn bij de legale aspecten daarvan. Er valt nog niets te verdelen maar wel wordt er een boedelbeschrijving gemaakt.

  • Gualthera zoekt werk om in het onderhoud van haarzelf en haar kinderen te kunnen voorzien. Uit een artikel in het Bataviaasch Handelsblad van 11 mei 1887 blijkt dat ze voorgedragen is als directrice voor een vrouwengevangenis in Soerabaja. Uiteindelijk krijgt een voormalig plantage opzichter die de vrouwen als koffieplukkers wil inzetten de baan.
  • Ze kocht een hotel/pension genaamd Insulinde in Passaroean gelegen in de residentie Soerabaja (zie bovenstaande kaart van Oost Java). Passaroean is gelegen 75 km ten zuidoosten van de stad Soerabaja aan de straat van Madoera. Naar familie herinnering hadden ze het in die periode niet breed en was er sprake van vergulde armoede
  • Gualthera trachtte het hotel in 1888 al wegens ziekte te verkopen blijkens een advertentie in augustus 1888. Dat is kennelijk niet gelukt want in de Indische naamlijsten wordt ze als de weduwe Schattenkerk- Boers van 1889 tot 1893 nog steeds genoemd als houdster van een commensalenhuis in Pasoeroean.
  • Ook verscheen er in juli 1891 nog een advertentie voor haar hotel. (Tosari is een bekend toeristisch plaatsje dicht bij de bekende Bromo vulkaan)
  •  


  • Schoonvader ES overlijd in 1890 . Hij blijkt kortgeleden, nota bene via dezelfde notaris Maarschalk die de belangen van de kinderen van Pieter moest behartigen, een testament gemaakt te hebben waarbij deze er relatief zeer bekaaid afkomen. Legaal is het kennelijk in orde.De firma Hoboken en een kantonrechter kijken toe. Het duurt tot eind 1891 voordat de finale toebedeling van de nalatenschap is geregeld en het zal vast nog wel een tijd geduurd hebben voordat Gualthera er over kon beschikken. Voor details van de nalatenschap zie verder .... /li>

  • Robbert de nu oudste zoon is mogelijk al in 1891 uit huis voor zijn opleiding en werkt in ieder geval vanaf 1899, hij is dan 25, als employee bij de suikeronderneming Wonoredjo nabij Pasoeroean.
  • Gualthera verhuist in die tijd. In "De locomotief" van 9 januari 1893 staat onder het kopje "Uit Blitar schrijft men ons": "Het hotel van den heer Karthous alhier is sedert 1 januari j.l overgegaan op mevrouw de weduwe Eeftinck Schattenkerk die op Pasoeroean een goed bekland commensalenhuis had. Daar HEd eene uitstekende tafel orde netheid en zindelijkheid op den voorgrond stelt zo zal het hotel wel steeds vol zijn." Blitar is een stad aan de zuidkant van oost java.




  • Daarna heb ik haar een tijdje niet meer kunnen vinden in de almanak of de naamlijsten. Was de noodzaak van een pension minder geworden na de erfenis schoonvader ES ? In 1903 tot en met 1908 komt ze weer voor in de lijsten en woont ze in Djombang (zuid- en landinwaarts) en vanaf 1909 in de stad Soerabaja.
  • Mijn overgrootmoeder is in 1896 mogelijk de eerste uit het gezin die het ouderlijk-huis definitief verlaat en wel om met Jan Pieter Hees, destijds employee van een suikerfabriek in het huwelijk te treden.
  • Haar zuster Anna trouwt eind 1903 met Charles Henri Kokke, destijds 1ste machinist van suikerfabriek Tjandi te Sidoardjo (net onder Soerabaja).





  • Met de kinderen uit huis zullen meer ontspannen tijden aangebroken zijn voor Gualthera waarbij ze af en toe kan genieten van haar kleinkinderen.
  • Ze overlijd in 1919 te Bangil (Soerabaja).

  • Oma ES-Boers met kleinkinderen.

    Bovenste rij: Mijn oma Thilde Hees (*1899) en haar broer Rob (*1901) uit het gezin Hees-ES.

    Daaronder beginnend met de staande jongen links: Jan (*1904), baby Anton(*1909) en Piet (*1907) uit het gezin Kokke-ES.





    Naschrift:
    Gualthera lijkt me een flinke vrouw geweest te zijn die het in haar leven bepaald niet makkelijk gehad heeft. Ze heeft ondanks alle problemen haar kinderen goed in het leven gezet. Het siert haar dat ze hun niet op een haatdragende manier over hun vader gesproken heeft. Over mijn betovergrootvader Pieter heb ik gemengde gevoelens. Natuurlijk zou het leuker geweest zijn als hij een succesvol arts geweest was en ik vind die advertentie uit 1882 over het krediet voor zijn vrouw hoogst kwalijk. Verder overheerst compassie. Hij had achteraf gezien met zijn aanleg er beter aan gedaan een ander beroep te kiezen. Zijn ambitie om arts te worden net als zijn oom en broer is wel heel begrijpelijk en misschien zijn de depressies later erger geworden in de tropen met zijn moordend klimaat. Er was in 1882 nauwelijks nog een weg terug zonder groot verlies van zelfrespect. Iets wat hij niet kon verdragen.

    Noten:
    De meeste informatie stamt uit de Indische adresboeken. Een vermelding is minimaal het jaar daarvoor opgegeven daar heb ik standaard voor gecorrigeerd. Lastiger is dat een vermelding soms ten onrechte langere tijd bleef staan als een wijziging niet doorgegeven werd.



  • <----- Naar zoon Robbert Eeftinck Schattenkerk
    <----- Naar dochter Anna Eeftinck Schattenkerk
    <----- Naar dochter Mea Eeftinck Schattenkerk

    <<<Terug <<<

    Behoort bij de genealogische homepage van Henk de Bie: hdebie45.deds.nl/Genea