<----- Terug naar het hoofdverhaal



Reden voor het ontslag van Pieter Eeftinck Schattenkerk in 1876


(Nationaal Archief. Oost-Indië: Stamboeken Ambtenaren en Gouvernementsmarine. P. Eeftinck Schattenkerk. Nummer toegang: 2.10.36.22. Inventarisnummer: 918. Folionummer 200 Register Z) Letterlijke tekst:

27 november 1876 41. Ontheffing (niet eervol) van de waarneming der civiele geneeskundige dienst in de afd. Bandong (Bandoeng) Tjiljalongka en Limbangang (Preanger Regentschappen) in de uitoefening der waarneming door den resident geschorst wegens hoogst laakbaren en ongepasten handelingen.

Dat is niet mis!
  • Pieter was wat ze noemen een kwartaaldrinker wat betekend dat hij bij periodiek optredende depressies gedurende korte tijd mateloos veel dronk. Daarna was hij weer voor lange tijd volledig sober. Het is in zijn aard geheel anders dan het gebruikelijke alcoholisme. De buitensporige alcoholconsumptie tijdens deze depressies zal, zeker bij een arts, moeilijkheden veroorzaakt hebben. In combinatie met dezee depressies lijkt het alsof hij daardoor medisch gezien laakbare en ongepaste handelingen verichtte.

    Maar is dat wel zo ? Allereerst zou ik willen weten over welke hoogst laakbare en ongepaste handelingen het ging. In dat geval zou dat toch in het stamboek geschreven zijn eventtueel met verwijzing naar een rapport van senior medici over zijn beroeptechnisch falen en/of statische gegevens over het sterftecijfers van zijn patiënten tegenover het landelijk gemiddelde van die tijd . Daar is niets van bekend. Verder mag ik aanemen dat hij zich onthield van medisch handelen tijdens zijn periodieke kortstondige aanvallen.
  • Of vond men zijn kwaal op zich zelf al laakbaar en ongepast voor iemand in zijn functie of was zijn inzetbaarheid te gering maar waarom dan bijna 7 jaar gewacht en hoezo handelingen ?
  • Was er een plotselinge zwaarwegende reden voor ontslag op staande voet ? Had hij b.v. invloedrijke mensen misschien wel de resident zelf beledigd ? Ik dat geval zou er vast wel wat in de krant gestaan hebben. Maar dat heb ik niet kunnen vinden.
  • Of had de resident andere redenen om zich tegen Pieter te keren ? Te denken valt bijvoorbeeld aan een andere arts die op Pieters baan aasde of een zakelijk verschil van mening met de resident en/of diens relaties.


  • Interessant als tegenwicht in dit verband:



    Het onderstaande artikel in de Sumatra courant van 18 juli 1877 naar aanleiding van eerdere suggestieve berichten in de indische bladen De Locomotief en de Java bode.:

    BINNENLAND. PADANG, 18 JULI.
    Dr. Eeftinck Schattentkerk, die door de Sum.Ct. met betamelijke welwillendheid ["met veel gratie," zegt de Locomotief] bij het padangsche publiek is ingeleid, heeft het bij Loc. en Java Bode verkorven. . Wij getuigden van den heer E.S. dat hij een geneesheer is, "die gedurende de jongst verloopen zeven jaren met succes gepraktiseerd heeft in het Bandongscbe, waar hij, naar wij van goederhand vernamen, een welgevestigd vertrouwen genoot." Maar 't zou wat. ' "Wij hebben zegt de locomotief anders noten over hem hooren kraken." "En wij voegen er bij zegt de Java Bode dat wij zeer leelijks noten over hem hebben hooren kraken, en dat bij den Resident der Preanger en bij de Regeering inlichtingen te verkrijgen zjjn "

    Dat krakerige wil ons niet bevallen. Het zegt weinig of niets. Maar geeft toch veel te denken. Waarom niet liever kort en bondig gezegd waar 't op staat? Aan opzettelijke verdachtmaking denken we zelfs niet. Maar wel denken wij er aan, dat de redaktiën der beide bladen misleid zijn, even als men ook ons heeft trachten te misleiden. Wij toch ontvingen uit Bandong een ongeteekend schrijven, waarin een ware ellendeling eenige dwaze tooneelen uit het huiselijke leven van den heer Schattenkerk ophangt, om te besluiten met de humane waarscbuwing aan bet padangscho publiek: " Wees op uwe hoede, en vraag inlichtingen bij den heer Pabub de Mortanges" Men wete echter, dat het tusscben de beeren Pabud en Schattenkerk lang geen couleur de rose is; en dat men ons zelfs in een fatsoenlijk onderteekend schrijven verzekerd beeft, dat zij "geslagen" zijn. Men wete ook, dat de heer Pabud de "Resident der Preanger" is, bij wien, volgens de Java Bode, "inlichtingen te verkrijgen zijn." Men wete verder, dat eenige ingezetenen hier ter plaatse ongevraagd inlichtingen ontvangen hebben. En eindelijk wete men nog, dal al deze inlichtende vrijgevigheid in den broodnijd van sommigen een bondgenoot vindt. Dit voor zooveel den door ons ingeleide geneesheer betreft. Een paar woorden nog ter verduidelijking, zoo noodig ter rechtvaardiging, van de "gratie," waaraan de Locomotief zich ergert. Sinds jaren ijveren wjj voor een vast inwonend geneesheer ter plaatse. De eerste die het heeft durven ondernemen zich als zoodanig hier te vestigen, was dr. Van Dieren, een kundig en braaf man. Hij bezweek echter onder den laster van hen, die hem de ambtsbroederhand hadden moeten toesteken. We weten zeer wel dat na zijn dood is gekonstateerd, dat hij "vermoedelijk" de handen aan zichzelven heeft geslagen; doch niemand kan beter dan wij over dat vermoeden uitspraak doen. Hij bezweek onder den laster, herhalen we. Nu komt dr. Schattenkerk. Hij wordt bij onze redaktie ingeleid door goed luidende aanbevelingsbrieven van twee achtingswaardige ingezetenen van bet Bandongscbe en van een onzer vrienden te Batavia. Bovendien ontvingen we inzage van een geschrift, waarin verreweg de meerderheid van de Banongs inwoners certificeert, "dat dr. ES gedurende zijn ruim zesjarig verblijf te Bandong, bij hen met het volste vertrouwen als geneesheer gepraktiseerd heeft." Wat nu konden wij meer verlangen, om voor een enkele keer eens gratieus te zjjn ?


    Ik geef mede op basis van bovenstaande Pieter het voordeel van de twijfel dat zijn ontslag uit Bandoeng niet om laakbaar medisch handelen ging. De andere genoemde redenen of een combinatie daarvan lijken mij meer aannemelijk.

    <<< Terug <<<



    Behoort bij de genealogische homepage van Henk de Bie: hdebie45.deds.nl/Genea