Bron: FAW
[adres] Mademoiselle Mademoiselle L.M. Weerts Chez madam M de Jongh nee Smit Boompjes a Rotterdam [postmerk Arnhem 1 october. Rotterdam 2 oct.] Blz 1 Arnhem den 21 sept[ember] 1830 Lieve Lucie, 1 Door tante Emilie wierden wij heden van uwe aller welzijn ondericht. Met uwe lieve moeder blijft het nog hetzelde. Altijd even pijnelijk. Dan in de buik onder de borst en dan weder in de schouder schietend, waar aan wij alles doen om te verdrijven. Zij sliep deze nacht. 5 zeer goed, hetwelk verkwikt heeft, maar zij gevoeld zich zeer mak. Gisteren had zij weer een aanval van koorts, doch zulks kan geen kwaad zegt De Munk omdat zulks eenige opwekking te weeg brengt. Zij is wel wat zwaarmoedig vermits haar ongesteldheid zeer lang duurd en zij heeft geen lust om iets te doen. Ook weinig eetlust, dat haar, 10 hoe weinig ook, pijn verschaft. Heden verwagten wij Annette, een grote hulp voor mij omdat mama mij altijd zoo gaarne bij haar bed heeft. Doch ik kan soms zoo weinig. Nu ik hebbe waarlijk ook geen lust om iets te doen en laat veel vlotten en loopen zoo als het maar best kan. Het is treurig men zoo weinig tijdingen uit Braband krijgt. De menschen 15 zien z... hier aan als gekken en willen tijdingen daar er geen zijn. Alledaag ziet men de post met schroom te gemoed. Wanneer gij tante E[milie] spreekt, zeg haar ik haar zeer bedank voor het trouwe schrijven en verzoeke van het Rotterdamsche nieuws en couten gehouden te word[en]. Zij moet mij niet kwalijk nemen ik haar niet schrijf. 20 Ik moet eens even na de stad wippen om te hooren of er ook iets nieuws is. Hoor ik wat, voeg ik het hier onderaan. V[an] der A[a] vertrekt morgen naar Leeu[warden]. Hebbe in de stad niets bijzonders gehoord. Het extraordin[aire] Handelsblad zegt nu eens het te Brussel nog steeds heet toe gaat en dan weder dat men 25 er de witte vlag opgestreken heeft. Wat zal men nu gelooven. Blz. 2 1 Van Arnold hebben wij niets naders vernomen. Welligt hij eerdaags aan ons verschijnen zal. Zulks hoop ik daar zulks uwe lieve moeder, verbeelde ik mij, wel zal opmonteren. Haare zit op dit moment op de Boekenkamer en klaagd steeds over pijn in de linkerzijde. Maakt u 5 echter niet ongerust lieve Lucie. De Munk ziet er weder nog geen de minste kwaad is. Als het erger wierdt of haar e[dele] na u verlangd zal het u dadelijk schrijven en wanneer Annette onverhoopt niet kwam ('t geen echter zeker is) en haar intrek op s[in]t Walburg zoud genomen hebben laat ik u dadelijk overkomen want de huishouding 10 kan ik niet bestieren. Adieu beste kind. groet tante M[ary] en Em[ilie] op Lust en Rust, mijne hartelijke compl[imenten] en geloofd mij [onleesbare handtekening]
Naar brieven index
<<< Terug <<<