Bron: FAW




Verklaring:

Brief d.d. 16-12-1818 van Anna Maria (Mietje) Weerts - de Jongh (1782-1830) wonende in Arnhem aan haar zuster Johanna Sophia Lucia (Jansje) van Meurs - de Jongh (1787-1875) verblijvende in huize Hulshorst, hun zomer residentie. Van Meurs, notaris en lid van de raad van Harderwijk en sinds dit jaar Lid van Provinciale Staten van Gelderland. Het echtpaar heeft het verlies van een pas geboren dochtertje medio november nog niet verwerkt. Dit is de tweede troostbrief van Mietje dat hierover gaat. Zie haar brief van 28 november

Andere personen:
  • Betsij= een ouder dochterje vant Van Meurs en Jans geboren in 1812.
    Vreemde woorden:
    inquietteeren = verontrusten
    dispositien= besluiten


    
    
    	
    
    [blz. 1]
     
    1				Arnhem den 16 december 1818
    
    	Ik was regt verblijd eene eigenhandige brief van U mijne 
    	lieve zusje te ontvangen ook voel ik mij dubbel opgewekt 
    	U spoedig te antwoorden vooreerst en wel hoofzakelijk 
    5	om dat gij schrijft dat eenige letteren van mij U tot aflei-
    	ding kunnen dienen maar tevens ook beste zusje 
    	om U voor oogen dat gijl[ieden] u niet te veel aan 
    	melancolieke denkbeelden moogt overgeven denk
    	niet dat ik zoo spreke om dat ik gelukkig voor mij niet bij 
    10	eigenen ondervinding over ul[ieden] smart kan oordeelen 
    	neen ik gevoel maar al te wel hoe veel gij mist 
    	en hoe aller smartelijkst de blijde hoop in eene bittere 
    	teleurstelling is verandert maar daarom beste zusje 
    	is voor ul[ieden] alle genoegens niet verlooren 't geluk 't geen 
    15	gij genoot zedert de geboorte van uwe lieve Betsij 
    	tot het tijdstip dat gijl[ieden] U verheugde in de verwagting 
    	van een tweede pand der liefde waarom zou dit thans minder 
    	waarde hebben waarom zoudt gij thans minder 
    	tevreden zijn met uwe lieve Betsij die thans reeds op die 
    20	leeftijd is dat gij daaglijks uw moederlijk geluk ziet vergrooten 
    	't is een lief gehoorzaam kind voorzien van goede verstande-
    	lijken vermoogens. Nu kunt gij niet beter doen lieve 
    	Jans al te veel met Betsij te occupeeren. Het spreekt 
    	van zelf gij haar altoos bij U hebt maar dit is niet genoeg. 
    25	Gij moet haar zelfs een en ander leeren en daardoor uw
    	geest zoo veel mogelijk afleiding bezorgen en denk 
    
    [blz. 2]
    
    1	dan eens wanneer de droefheid u te veel overmeesterd 
    	aan nog ongelukkiger dan gij zijt. Dit verminder wel 
    	geen droefheid maar doedt ons egter gevoelen dat den 
    	voorzienigheid ons nog goedertieren is. Denk eens aan 
    5	die ongelukkig Doortje Schepper, van 12 maale zwan-
    	ger zijnde mogt zij maar één kind behouden en thans 
    	mist zij ook haare gezondheid want die toevallen 
    	vermeedere van dag tot dag. In verstrooingen en 
    	stadsvermaken kan een droefgeestig hart vast geen 
    10	opbeuring vinden, egter moet ik U en ook Meurs af-
    	raden om te veel de eenzaamheid te zoeken en om dit 
    	winter buiten te blijven keur ik gans niet goed. Deze 
    	rondborstige verklaring zult gijl[ieden] hoop ik niet kwalijk 
    	nemen. Die laatste ongestelheid van U zal Ul[ieden] hoop 
    15	ik afgeschrikt hebben. Hulsthorst is te ver van de stad 
    	om wanneer het noodig is spoedig hulp te krijgen voor-
    	al in de lange winternagten. 'T is zeer ligt mogelijk.
    	Ook wensch ik het hartelijk dat gijl[ieden] alle gezond blijft 
    	egter kan eene kleine onpasselijkheid  U veel meer angsten
    20	veroorzaken als wanneer gij in de stad waart en zoals 
    	gij zelven zegt van 's nagts bijna niet te kunnen slapen dit 
    	zou u op den duur uwe gezondheid verwoesten niemand
    	zal U noodzaake in de stad zijnde partijen bij te woonen 
    	egter kan en moet eene vriendschappelijke opbeuring
    25	van enkele goede vrienden U niet lastig zijn geheel kan 
    	en mag men zig niet van de menschen onttrekken. 
    
    [blz. 3 Een stukje van de bovenkant in het midden van de bovenste twee regels mist]
    
    1	Wat nu deze ongesteldheid [aanv]angt. Dit heeft mij niet 
    	verontrust daar ik zoo [iets d]ergelijks menigmalen on-
    	dervond.Het zijn benauwdheden door de zenuwen en 
    	krampen veroorzaakt. Toen ik de eerste maal en ook 
    5	in eene zoo hevige maate kreeg lieten wij 's nagts Van 
    	den Berg ook komen. Naderhand heb ik het nog menig-
    	maal gehad, dog niet zoo erg ik heb toen van Dalen 
    	versterkende middelen gehad die mij zeer veel goed 
    	gedaan hebben egter heb ik het nu wel eens weer 
    10	gehad. Gebruik den droppeltjes mij door van den Berg 
    	voorgeschreven die het dan nog al spoedig doen be-
    	daaren 't is aller naarst, egter behoeft men zig niet
    	zoo zeer te inquietteeren. Dit wist gijl[ieden] egter niet en wij  ...
    	..in de eerste maal zijnde toen ook zeer verschrikt
    15	maar wij hadden spoedige hulp.
    	Ik hoop nu spoedig te vernemen dat gijl[ieden] reeds in de 
    	stad zijt of oppakkende om daarheen te gaan.
    	Als gij tijd en lust hebt ontlast uw hart dan maar aan mij
    	Niemand kan meer belang stellen in alles wat U betreft.
    20			als Uwe opregt lievende 
    				zuster Mietje
    
    	De hartelijke groeten
    	van Weerts en hij verwagt den
    	nadere dispositien van Meurs
    	zijnde het zeer goed. Omhelst lieve Betsij hartelijk voor mij.
    
    
    
    
    [Adres:]
    
    	Madame
    	Madame A.S.L van Meurs
    	nee de Jongh
               
    	Harderwijk
    
    
    




    Naar brieven index

    <<< Terug <<<




    hdebie45.deds.nl/Genea