Bron: FAW




Verklaring:

Brief d.d. 28-11-1818 van Anna Maria (Mietje) Weerts - de Jongh (1782-1830) wonende in Arnhem aan haar zuster Johanna Sophia Lucia (Jansje) van Meurs - de Jongh (1787-1875) verblijvende in huize Hulshorst. Binnenkort verhuizen ze normaal gesproken voor de wintermaanden naar Harderwijk waar Hendrik Frans van Meurs notaris en lid van de raad van Harderwijk en sinds dit jaar Lid van Provinciale Staten van Gelderland. Zij hebben op 14 november hun 3 weken oude dochterje verloren. Mietje en Weerts (ook wel Alex genoemd) hebben op dit moment 2 zoontjes en 3 dochters in de leeftijd van 1 tot 8 jaar.

Andere personen:
  • Anette = ?
  • Gleichman= Familie via het eerste huwelijk van Mietje.
  • Moeder = Mogelijk de schoonmoeder van Jans, Antonia Elzabeth Werdeniers (dan 61)
  • Jan= Waarschijnlijk broer Johannes de Jongh.
  • Betsij= Van Meurs en Jans hebben een ouder dochterje Betsij geboren in 1812.



    
    
    	
    
    [blz. 1]
     
    1				Arnhem den 28 november 1818
    
    	Reeds voor eenige dagen had ik het voorneme de pen voor
    	u op te nemen beste zusje maar wierd hier in verhinderd.
    	Heden avond alleen zijnde, want Annette en Weerts zijn uit,
    5	wil ik mijn tijd eens nuttig besteden en U de gevoelens van
    	mijn hart mede deelen. Zoo welmeenend als wij deelgenomen
    	hebben in Ul[ieden] geluk met het zelfde gevoel van diep medelijden
    	vernamen wij Ul[ieden] bittere teleurstelling. Niets is in staat
    	zulk een droefheid te leenigen als reden en Godsdienst
    10	de overtuiging dat er een God is die alles regeert en dat
    	ons geen rampen treffen als onder toever.igt van dien
    	wijzen en liefderijken vader die best weet wat tot bevordering
    	van ons wezentlijk geluk dient al is het dan niet voor
    	dit leven. Alleen deze overtuiging is in staat Ul[ieden] smart
    15	langzamerhand te doen bedaaren. Andere troostredenen 
    	al worden zij ook uit wezentlijke belangstelling gegeven
    	vinden weinig toegang. Ik geef Ul[ieden] alleen de verzeker-
    	ring dat wij met U treuren, want ofschoon wij tot nog
    	toe zoo gelukkig waren geene onze dierbare panden
    20	te moeten missen zoo kunnen wij ons egter de smart
    	van eene scheiding goed vertegenwoordige. De propositien
    	van de Gleichmans is zeer hartelijk maar ik kan zeer goed be-
    	grijpen dat gij[ieden] er geen lust toe hebt. Om die reden hebben
    	wij ook niet gesproken van wat bij ons te komen. Woonden
    
    [blz. 2. De linkerkant is gedeeltelijk weggevallen]
    
    1	[wij] nog op  Else dan waart gijl[ieden] wat gemakkelijker hier
    	[naar] over te halen maar nu zeker niet. Was het niet de 
    	[dis]tantie en akelige weg die mij terug gehouden hebbe
    	[dan] waare ik gewis eens bij u gekomen maar dit kon niet.
    5	[Ik r]eken het thans een geluk dat alles op Hulshorst is voorge-
    	[val]le. Nu zijt gij van veel naare visites bevrijd gebleven.
    	[Dan] een klein wandelingetje in de vrije lucht geeft meer
    	[af]leiding dan meenigvuldige visites. Met genoegen 
    	[za]gen wij uit de laatste van Meurs dat gij beste
    10	[Jans]je reeds deeze kleine verkwikking hebt gehadt.
    	[en] daar wij zedert die tijd dagelijks zagt weder hadden
    	[twijf]el ik niet of gij hebt er reeds meermalen van ge-
    	[p]rofiteerd. 'T bijzijn van uw moeder heeft Ul[ieden] vast tot alle
    	[hu]lp geweest en 't doedt mij veel plaisir haar Ede[le] ook
    15	[no]g blijft om te helpen verhuizen. In de Stad komende 
    	[m]oet gij U tog niet te veel van alle menschen afzonderen
    	[er] zijn er vast veele die Ul[ieden] met een oprecht hart be-
    	[bekl]agen en wier bijzijn U dus ook niet onaangenaam zijn
    	[m]oet. Altoos alleen te zitten zou voor uwe gezondheid
    20	[na]deelig kunne worden dewelke gij gelukkig deze
    	[d]agen niet hebt verloren. Ik maakte mij zoo angstig
    	[da]t de droefheid op uwe pas weer toenemende kragten
    	[nad]eelig zou zijn maar door de brief van Meurs wierd
    	[ik] gerust gesteld
    
    [blz. 3]
    
    1	Aanstaande dinsdag komt Jan weer te Harderwijk. Dit 
    	zal gij van Betsij wel gehoord hebben. Heden ontving 
    	ik een brief van hem. Hij neemt ook veel deel in Ul[ieden]
    	droefheid.
    5	Wij zijn alle gezond. Voor enige tijd dagt ik vast dat
    	ik ziek wierd. ik had meest alle nagten koorts. Daags
    	had ik het op de zenuwen en gevoelde mij zoo zwak en
    	onwel zoo als ik mij in lang niet gevoelde maar door
    	het gebruik van kininepoeders heb ik mijne kragten
    10	bijna weer ofschoon ik mij over 't geheel nog zoo sterk
    	niet voel als voor de miskraam die mij zoo als ik nu 
    	merk sterk heeft aangetast.
    	Als U de lust en tijd hebt nu toelaat, dan verwagt ik eens
    	eenige letteren van U. Ik begrijp wel dat het u moeite
    15	zal kosten de pen weer op te nemen dog dit moet gij niet
    	te lang uitstellen en aan mij kunt gij eens met weinige 
    	regelen beginnen. God sterke Ul[ieden] verder beste zusje.
    	Omhelst Meurs en de kleine Betsy hartelijk van uwe
    	liefhebbende en oprecht deelneemende zuster
    20							Mietje
    	
    	Weerts groet Ul[ieden] hartelijk.
    
    
    
    [Adres:]
    
    	Madame
    	Madame A.S.L van Meurs
    	nee de Jongh
               
    	Harderwijk
    
    
    




    Naar brieven index

    <<< Terug <<<




    hdebie45.deds.nl/Genea