Bron: FAW
[blz. 1] 1 Arnhem den 28 november 1818 Reeds voor eenige dagen had ik het voorneme de pen voor u op te nemen beste zusje maar wierd hier in verhinderd. Heden avond alleen zijnde, want Annette en Weerts zijn uit, 5 wil ik mijn tijd eens nuttig besteden en U de gevoelens van mijn hart mede deelen. Zoo welmeenend als wij deelgenomen hebben in Ul[ieden] geluk met het zelfde gevoel van diep medelijden vernamen wij Ul[ieden] bittere teleurstelling. Niets is in staat zulk een droefheid te leenigen als reden en Godsdienst 10 de overtuiging dat er een God is die alles regeert en dat ons geen rampen treffen als onder toever.igt van dien wijzen en liefderijken vader die best weet wat tot bevordering van ons wezentlijk geluk dient al is het dan niet voor dit leven. Alleen deze overtuiging is in staat Ul[ieden] smart 15 langzamerhand te doen bedaaren. Andere troostredenen al worden zij ook uit wezentlijke belangstelling gegeven vinden weinig toegang. Ik geef Ul[ieden] alleen de verzeker- ring dat wij met U treuren, want ofschoon wij tot nog toe zoo gelukkig waren geene onze dierbare panden 20 te moeten missen zoo kunnen wij ons egter de smart van eene scheiding goed vertegenwoordige. De propositien van de Gleichmans is zeer hartelijk maar ik kan zeer goed be- grijpen dat gij[ieden] er geen lust toe hebt. Om die reden hebben wij ook niet gesproken van wat bij ons te komen. Woonden [blz. 2. De linkerkant is gedeeltelijk weggevallen] 1 [wij] nog op Else dan waart gijl[ieden] wat gemakkelijker hier [naar] over te halen maar nu zeker niet. Was het niet de [dis]tantie en akelige weg die mij terug gehouden hebbe [dan] waare ik gewis eens bij u gekomen maar dit kon niet. 5 [Ik r]eken het thans een geluk dat alles op Hulshorst is voorge- [val]le. Nu zijt gij van veel naare visites bevrijd gebleven. [Dan] een klein wandelingetje in de vrije lucht geeft meer [af]leiding dan meenigvuldige visites. Met genoegen [za]gen wij uit de laatste van Meurs dat gij beste 10 [Jans]je reeds deeze kleine verkwikking hebt gehadt. [en] daar wij zedert die tijd dagelijks zagt weder hadden [twijf]el ik niet of gij hebt er reeds meermalen van ge- [p]rofiteerd. 'T bijzijn van uw moeder heeft Ul[ieden] vast tot alle [hu]lp geweest en 't doedt mij veel plaisir haar Ede[le] ook 15 [no]g blijft om te helpen verhuizen. In de Stad komende [m]oet gij U tog niet te veel van alle menschen afzonderen [er] zijn er vast veele die Ul[ieden] met een oprecht hart be- [bekl]agen en wier bijzijn U dus ook niet onaangenaam zijn [m]oet. Altoos alleen te zitten zou voor uwe gezondheid 20 [na]deelig kunne worden dewelke gij gelukkig deze [d]agen niet hebt verloren. Ik maakte mij zoo angstig [da]t de droefheid op uwe pas weer toenemende kragten [nad]eelig zou zijn maar door de brief van Meurs wierd [ik] gerust gesteld [blz. 3] 1 Aanstaande dinsdag komt Jan weer te Harderwijk. Dit zal gij van Betsij wel gehoord hebben. Heden ontving ik een brief van hem. Hij neemt ook veel deel in Ul[ieden] droefheid. 5 Wij zijn alle gezond. Voor enige tijd dagt ik vast dat ik ziek wierd. ik had meest alle nagten koorts. Daags had ik het op de zenuwen en gevoelde mij zoo zwak en onwel zoo als ik mij in lang niet gevoelde maar door het gebruik van kininepoeders heb ik mijne kragten 10 bijna weer ofschoon ik mij over 't geheel nog zoo sterk niet voel als voor de miskraam die mij zoo als ik nu merk sterk heeft aangetast. Als U de lust en tijd hebt nu toelaat, dan verwagt ik eens eenige letteren van U. Ik begrijp wel dat het u moeite 15 zal kosten de pen weer op te nemen dog dit moet gij niet te lang uitstellen en aan mij kunt gij eens met weinige regelen beginnen. God sterke Ul[ieden] verder beste zusje. Omhelst Meurs en de kleine Betsy hartelijk van uwe liefhebbende en oprecht deelneemende zuster 20 Mietje Weerts groet Ul[ieden] hartelijk. [Adres:] Madame Madame A.S.L van Meurs nee de Jongh Harderwijk
Naar brieven index
<<< Terug <<<