<----- Terug naar de hoofdpagina over Jacob Schattenkerk

Aantekeningen over de familie Blondel in Demerary


rev. 5-3-2021

Met dank aan aan Tim Kooijmans (onderzoeker in het team van Professor dr. Abe de Jong.) Abe de Jong is professor corporate finance en governance aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. die mij foto 's van oude documenten stuurde . Hieruit heb ik gegevens over de samenstelling van de familie Blondel uit de verschillende contracten kunnen extraheren. Inmiddels zijn de meeste akten in het Nationaal Archief (*1)

1758 Het oudste mij bekende kind van Jan Blondel geboren in Demerary is Maria Catherina Blondel (geb. circa 1758 (*2)). Zij is samen met haar zuster Johanna Elisabeth (geb. circa 1761) en een broer volgens een latere akte geheten Frans Jacob geboren uit een relatie met Cornelia Appelhans(*3).Daar de Demerary rivier pas in 1745 was opengesteld is Jan er als planter dus vroeg bij.

1766 De eerste mij bekende akte waar de naam Jan Blondel in voorkomt betreft overdracht van een derde stuk land gelegen aan de oostwal van de kreek Corbana waarvan hij al een derde bezat. (Zie).

1767 Op kaart NA-1514 uit 1767 word een plantage met de naam Blondel opgetekend. Het is de plantage later bekend als Blygezigt iets ten oosten gelegen van de monding van van de rivier Demerary.

1770 In maart van dat jaar komt Jan Blondel ter sprake in een raport over het overtreden van het verbod op de invoer van slaven. (*1) .

1772 4 april. Als Blygezigt word verkocht tekend Dorothe[e] Judora Blondel - le Clercq naast Jan Blondel. Kennelijk is Cornelia Appelhans overleden en is hij inmiddels hertrouwd. Hun huwlijk bleef kinderloos zover mij bekend. (Zie).

1775. Zoals eerder gemeld trouwt de oudste dochter Maria Catharina Blondel ( circa 1758 Demerary - 25-10-1815 Zwammerdam) Op 31 juli 1775 met de Fransman Charles Desbararats ( circa 1841- 10-7-1808 Maarsen) (Zie). Hieruit Charles Philippe (15 februari 1783 -voor 1796 ?) . Het ligt voor de hand dat er meer kinderen geweest zijn maar ik heb daar niets van gevonden. Charles was of wordt nu samen met vader Jan Blondel voogd van de twee jongere kinderen Blondel-Appelhans. Bij de inschrijving van het huwelijk is Maria Cornelia van Elzen stiefmoeder van de bruid. Vermoedelijk is Dorothe[e] le Clercq inmiddels overleden.

1776 28 juni. Er is behoefte om de nalatenschap van de kinderen Blondel-Appelhans vast te leggen in verband met de nieuwe relatie van Jan Blondel . De kinderen Blondel-Appelhans zijn in 1776 nog minderjarig (Grens waarschijnlijk 25 jaar voor jongens en 20 jaar voor meisjes). De kinderen krijgen de helft van de plantage Blygezigt toebedeelt.
Tevens bij ondertekening van de schikkings akte van 1776 waar Maria Catherina Blondel een kruisje zet met toegevoegde tekst " Dit is het handmerk van Maria Catherina Blondel, verklaart niet te kunnen schrijven ". Dat niet kunnen schrijven is volgens Paul Koulen zeer ongebruikelijk voor planterdochters. (Zie)

1777 21 juli 1777. Schoonzoon Charles Desbarats word door Jan Blondel per codicil benoemd als voogd over zijn minderjarige kinderen en executeur van zijn nalatenschap [Check]

1779 maart. Kennelijk is Jan Blondel overleden want dan word gemeld dat Engelse kapers zonder toestemming gewapend volk aan land hebben gestuurd om provisie in te slaan. Dit vond o.a. plantage van de weduwe Blondel gelegen aan de oostzeekust, (*4) De genoemde weduwe Blondel Cornelia Blondel van Elzen geweest zijn en de plantage kan niet anders zijn dan Blijgegezigt.

1779 19 augustus. Er word een afspraak gemaakt, waarvan ik de inhoud niet ken, over de verdeling van de nalatenschap van Jan Blondel. De huidige weduwe Blondel, Maria Cornelia van Elzen is naast de kinderen Blondel-Appelhans erfgename. Zij word vertegenwoordigd door heer Buttler. De nalatenschap bevat o.a. de helft van de plantage Blygezigt die nog in bezit was van Jan Blondel en gronden aan de monding van de kreek Coerabana.

1780. De kinderen Blondel-Appelhans worden na het overlijden van Jan Blondel bij de verdeling van de erfenis als volgt genoemd ((Zie)): als geboren voor zijn huwelijk met Dorothee Le Clercq en Jan Blondel " als voorens weduwnaar van wijlen juffrouw Cornelia Appelhans " .... "de interessen van het kinderlijk bewind van Jan Blondel ten behoeven van sijne voorkinderen" lijkt die lezing te bevestigen. Het is verder opmerkelijk dat de zussen Blondel-Appelhans niet konden schrijven zoals bleek bij de geboorte van een zoon van het echtpaar Desbaratz-Blondel in 1783 waarbij Johanna Elisabeth Blondel als tante en meter optrad Zie hier .... .

1783. Op 25 februari bevalt Maria Catherina Desbartz-Blondel van een zoon genaamd Charles Philippe. Ik vrees dat hij jong is overleden omdat ik niets meer over hem gevonden heb

Eind 1783 vinden een aantal transporten plaats (Zie) die vrijwel zeker te maken hebben met het gewijzigde akkoord van 1780. De weduwe Blondel,inmiddels gehuwd met heer Buttler, krijgt de voormalige gronden van Blondel in de monding van de kreek Coerabana gelegen ten oosten van de rio Demerary erft en de kinderen Blondel de plantage Blijgezigt.

Over de in 1776 genoemde zoon van Blondel heb ik verder niets meer kunnen vinden, Mogelijk is hij jong overleden.


Noten:

  • Note *1) Voor een transcriptie van de oude akten via professor de Jong en Tim Kooijmans gebruik ik het IMG nummer zoals ontvangen. De afkorting GNA gebruikt ik voor de akten uit de archieven van Guyana in het Nationaal Archief. zie hier voor de transcripties ..

  • Note *2) Overlijdensakte BS Zwammerdam 1812-1832 akte 30 waar haar ouders genoemd worden.

  • Note *3) De achternaam van Cornelia is in de Nederlandse burgelijke stand geschreven als Appelkrans maar in verschillende akten uit Demerary b.v. (GNA: AZ 5/5 akte 17 uit 1776) is haar naam geschreven als Appelhans. Terwijl de achternaam Appelkrans niet voorkomt in Nederland komt de naam Appelhans wel voor zij het pas in de negentiende eeuw ook in Duitsland trouwens. Ook in de akten uit het nabij Demerary gelegen Essquibo/ Essequebo komt een Frans Appelhans voor als planter en wel in 1742 en 1754. Bron: Dutch Land Grants Esequebo-Sharon Anderson.pdf

  • Note *4) Essequebo en Demerary, 1741-1781: beginfase van de Britse overname. Thesis v/d Kreeke 2013 P43. P.37 In maart 1779 deed Van Schuijlenburg verslag van twee Engelse kapers die elk zonder toestemming gewapend volk aan land hebben gestuurd om provisie in te slaan. Dit vond plaats op zowel de plantage van de weduwe Blondel gelegen aan de oostzeekust, als op de plantage van Waller, gelegen aan de westzeekust. Een niet bij naam genoemde planter heeft kans gezien om de bemanning te spreken, en hem is bevestigd dat zij daar enkel waren om voorraden aan te vullen. Hostiliteiten zijn dan ook uitgebleven.


  • <----- Terug naar de hoofdpagina over Demerary

    Behoort bij de genealogische homepage van Henk de Bie: hdebie45.deds.nl/Genea