Charles de in 1806 eerstgeboren zoon van het echtpaar Schattenkerk-Bellij erfde op negenjarige leeftijd het huis van zijn tante de weduwe Desbarts-Blondel nabij de Villa Buitendorp (huidig adres Swadenburgerdam nr 16). Hij kon goed leren en ging naar de universiteit van Leiden om daar medicijnen te studeren. Waar hij zeer snel afstudeerde. Kandidaats in 1827 ;Doctorandus in 1828;Promotie tot doctor op 19 juni 1829.
Swadenburgerdam in
Zwammerdam gezien vanaf de ingang van de vroegere villa Buitendorp.
Nr 16 is het witte huis rechts. |
Na zijn studie huwde hij op in november 1829 te Leiden met de in
Paramaribo geboren Sara Henriette Christine van Halm.
Het jonge paar verhuisde naar Zwammerdam waar ze in het huis van Charles dicht bij zijn ouders in villa Buitendorp gingen wonen. Behalve het echtpaar woont er een inwonende dienstmaagd.(volkstelling 1829)
Moeder van der Halm beviel er van twee zonen resp. Jacob Volkert in 1830 en Charles Marie Corneille in 1832.
Zoon Jacob Volkert woonde in Loil bij Didam waar hij in 1897 zijn grootvader Jacob op zijn landgoed Bosslag liet herbegraven.
|
Het echtpaar verhuisde naar Doetinchem waar ze Wendelina
Hester Petronella in 1834, een dochter in 1836 en Catharina in 1837
krijgen .
Daarna verhuisden ze naar Doesburg waar ze nog Jean in 1842
en een ander zoon 1844 krijgen. In 1848 overlijd Jean.
Schattenkerk is naast arts ook wethouder in Doesburg.
Rond 1833 kocht Charles de koffie plantage
Weltevreden aan de beneden Commenwijnerivier te Suriname van de erven
Weissenbruch. In 1835 werkten er 9 slaven en in 1843 was het aantal
toegenomen tot 26. Een verklaring voor deze extravagante en gezien in
onze tijd nogal gênante aankoop is dat hij zijn schoonvader, de
planter Volkert Johannes van Halm, die hij als directeur/administrateur
aanstelde waarschijnlijk wilde ondersteunen. Van Halm stierf in april
1849 in Paramaribo . In februari 1850 werd de plantage per advertentie
aangemerkt als te verkopen voor of op 15 januari 1851 en is al op 20
mei 1850 te koop gezet door het "Departement Der Onbeheerde Boedels"
zie de advertentie hiernaast. Toen in 1863 de slavernij in Suriname
werd afgeschaft werkten er nog maar 2 slaven op de plantage. (3).
Moeder van Halm-Duchêne overlijd in 1855 te Doesburg.
|
|
Vanaf 1867 probeerde Christina Schattenkerk-van Halm een
verzoek in te dienen bij de 2de kamer. Nadat het een aantal keren
formeel werd afgewezen als zijnde ongezegeld lukt het haar in oktober
1870 toch op de agenda te komen waarna haar rekest naar een commissie
verwezen werd. De inhoud in het kort volgens het verslag van de
commissie:
a) Toestemming voor een scheiding van tafel en bed.
b) Een uitkering van haar bezittingen in Suriname die ze vordert als
enige dochter en rechthebbende en waarvan het haar onduidelijk is wie
het op dat moment in bezit heeft. Als zekerstelling verzoekt ze een
borgstelling van 6000 gulden in depot met daaruit voorlopig een
voorschot van 400 gulden. De commissie concludeert begrijpelijk dat dit
ten enen male buiten haar bevoegdheid is en seponeert het. Wat een
merkwaardige actie althans aan dit adres en na zo lange tijd. Gezien de
eerder dan voorgenomen verkoop denk ik dat het met toestemming met van
haar man verkocht is. Zou zij in de war geweest zijn ?
Christine woonde in de tijd van het verzoekschrift (1870)
nog in Doesburg en overleed in 1885 in Eden, waar familie van haar
woonde, mogelijk gescheiden van haar echtgenoot zoals haar wens was.
Charles overleed in januari 1890 in Zoeterwoude bij Leiden en
werd in eerbiediging van zijn wens in het familiegraf op de
begraafplaats in Zwammerdam bijgezet.
Foto van Charles Schattenkerk.
Ontvangen van heer van Alst (bestuurslid Oudheidkundige Vereniging Didam).
Een kranten artikel bij zijn overlijden:
Men schrijft uit Doesburg aan de Zutphense courant. Den 10 jan jl
overleed te Leiden in den ouderdom van 84 jaren, dr. C. Schattenkerk.
Hij was een echt degelijk medicus van den ouden stempel, een
breedgeschouderde, krachtige figuur, maar vol zachtheid, een
kernachtig,
hoekig man, maar steeds tot helpen bereid, een man vol toewijding en
kennis die hij gedurende meer dan een halve eeuw in de zoogenaamden achterhoek
van Gelderland, eerst Doetinchem, later elders gedurende langer dan een
mensenleeftijd ten bate der lijdende menschheid aanwende. In
de laatste jaren zijns levens had hij zich uit het drukke practische
leven teruggetrokken maar in de vroegere plaats van zijn wonen en
werken te Doesburg, en verre in den omtrek, leeft de herinnering aan
zijne zegenrijke werkzaamheid, aan zijne flink, vertrouwenwekkend
optreden, aan de rustelooze zorg voor de stad zijner inwoning- wier
belangen hij langen tijd als wethouder behartigde, onverflauwd voort.
Bij allen, die hem gekend hebben zal zijn aandenken in eere blijven als
dat van een braaf man, die liefde voor zijne betrekking had. die zich
nimmer rust gunnend, waar hij andere helpen kon, het toonbeeld was van
een humaan consciëntieus medicus en van een nuttige Staatsburger.
(knipsel CBG)
|