Robbert werd geboren in Bandoeng op 5 mei 1874 als zoon van
het echtpaar (Eeftinck) Schattenkerk - Boers (4).
Vader was Arts. Hij had een ouder broertje die in 1878 overleed en twee
zusjes geboren resp. 1876 en 1877. Zijn ouders scheiden in 1881. Zijn
vader stierf een jaar later. Het gezin verhuisde uiteindelijk naar
Pasoeroean aan de kust ten zuiden van Soerabaja, waar zijn moeder als
pensionhoudster in het levensonderhoud van het gezin voorzag.
In oktober 1887, hij was pas 13 jaar, verzocht hij de
resident van Pasoeroean deel te mogen nemen aan het ambtenaarsexamen.
Waarschijnlijk betrof het, een zogenaamde klein ambtenaarsexamen voor
lagere ambtenaren ook bruikbaar in het bedrijfsleven.
Kaart van Oostjava uit 1910
In 1891, hij was 17 jaar, woonde hij in Probolingo en in
1896-1897(1895-1896) in Besoeki. Mogelijk werkte hij er of was er in de
leer in een van de suikerfabrieken in die streek.
Later in 1898 was hij employee van de suikeronderneming
Wonoredjo te Pasoeroean.
Hij experimenteerde kennelijk met plantensoorten, want in
1899 verzocht hij aan de plantentuin in Buitenzorg zaden van Ricinus
communsis die gebruikt worden om Castor olie te produceren.
In 1900 en 1902 was hij nog werkzaam bij de onderneming
Wonoredjo maar nu op het suikererf te Bangil (iets ten noorden van
Pasoeroean).
Een gebeurtenis waar hij zeker mee geconfronteerd geweest zal
zijn is de uitbarsting van de vulkaan Keloet/Kloet in mei 1901. Grote
stukken van het suikererf van Wonoredjo verbrande toen door een hete
asregen en 50 werkers vonden er de dood.
Hij ontwikkelt zich als een deskundige op het gebied van
suikerteelt wat blijkt uit een commentaar op een artikel over het
kweken van suikerriet dat samen met dat artikel gepubliceerd werd in
het Java-suiker-industrie-Archief van 1901 (2)
Robbert had grootse plannen in 1904. Hij verwierf toen de
erfpacht op het perceel Kedoengsari (district Wankal/residentie
Pasoeroean 74 bouw/53 HA groot) voor de verbouw van Kina als ook van
Badjing Oendjoer (in het district Majang residentie Besoeki zie
rechterbenedenhoek op de kaart. Het perceel was 149 bouws/107 HA groot)
voor Koffie.
Kennelijk kon hij daar nog niet van leven want in de periode
1904-1905 werkte hij als tuinemployee voor de suikerfabriek Seloredjo
bij Djombang (linkerbovenhoek van de kaart).
Uit een bericht in Het Nieuws van de Dag van 5 februari 1906
over de uitslag van een verloting van kunstwerken, door de "Vereeniging
tot Bevordering van Beeldende Kunsten" te Amsterdam ten bate van het
nieuwe gebouw van Kunstliefde aan de Oudegracht, blijkt dat een R.E.
Schattenkerk (4) te Djombang een schilderij van Dekker (waarschijnlijk
Hendrik Adriaan Christiaan Dekker) had gewonnen. Dat moet Robbert
geweest zijn waaruit blijkt dat hij belangstelling had voor kunst.
In 1906 werd hij zowel employee van een suikerfabriek bij
Djember als ook ondernemer van het genoemde koffie perceel Badjing
Oendjoer. Van het Kina perceel Kedoengsari wordt verder geen melding
meer gemaakt. Mogelijk heeft hij het opgegeven.
Hij huwde in november 1907 te Bangil met Femma Looijé.
Hij was toen 33 zij 19 jaar.
Op januari 1908 werd door hem de "cultuurmaatschappij Badjing
Oendjoer" opgericht met Soerabaja als zetel en een genoemd
maatschappelijk kapitaal van 50.000 gulden waarvan 15.000 gulden dat
jaar gestort moest worden. Een forse som destijds.
Het huwelijk met Femma hield geen stand. In januari 1910
scheiden ze te Djember.
Na de scheiding werd zijn vrouw Femma in plaats van Robbert
genoemd als
ondernemer van Badjin Oendjoer. Ik vermoed dat zij of haar familie er
veel geld in gestoken had.
Vanaf 1912 tot 1919 werd Robbert nog wel genoemd als
administrateur maar daarna heeft een
zekere J.J. Weijde zijn plaats ingenomen.
In september 1913 huwde hij opnieuw en wel met Margaretha
Kõhlbrugge maar ook dit huwelijk hield geen stand en in mei 1915
scheiden ze.
Vanaf 1925 tot circa 1930 was hij werkzaam als employee van
de suikeronderneming Djambé Gedeh te Kepan(d)jen (ten zuiden van
Malang). Deze was in 1929 en mogelijk al eerder in het bezit van de
N.V. Suikerfabriek Krian.
In 1927 werd Robbert eigenaar van een klein perceel grond van circa 1,25 hectare bij de dessa Gampingan nabij
Kepan(d)jen in Pagak (onderdistrict van het district Senggoeroeh,residentie Malang, Java) goed gelegen aan de grote weg naar Malang waar hij zich toelegde op de
verbouw van Arabica koffie. In 1930 werd dit perceel weer te koop aangeboden door een verbandhouder (hypotheekgever ? 8) maar kennelijk blijft het toch in zijn bezit. In de loop van de tijd kocht hij aangrenzende percelen
grond totdat hij over circa 7 hectare kon beschikken. Met behulp van een
overheidslening, sober leven en hard werken wist hij van zijn bedrijf een succes te
maken. Hij werd een voorbeeld voor werkeloze planters in de moeilijke jaren 30. (6)
Zie verder..
Google kaart 2011
Omgeving en pasar van Kepandjen
Robbert leefde in die tijd samen met zijn dochter in een eenvoudige bamboe hut. Een stenen huis was in augustus 1934 nog in aanbouw. Helaas heeft hij er niet van kunnen genieten. Hij overleed op 24 october 1934 in Malang (5) en is op 28 october in kleine kring begraven. Door een misverstand is aan zijn overlijden geen ruchtbaarheid gegeven (7). Zie verder..
Begin 2011 ben ik via een internetforum met
Diana Lammers in contact gekomen die mij schreef dat haar moeder
Elisabeth
(Elise) Eeftinck Schattenkerk een dochter is van Robbert en een
Javaanse vrouw genaamd Siti Asia. Het was in de familie bekend dat Robbert een dochter
had bij een Javaanse vrouw.
Ik heb toen Diana en haar moeder ontmoet bij welke
gelegenheid ik de gelegenheid kreeg om een akte van erkenning van
Robbert een doopakte en een trouwakte van Elise in te zien
(en te fotograferen). Andere documenten dan de mij getoonde papieren,
zoals
foto's of enige memorabilia waren niet aanwezig. Ze vertelde dat ze tijdens de reis papieren in zee gegooid had maar het waarom werd niet duidelijk. Ikzelf had oude foto's van mijn overgrootmoeder bij me maar er zijn helaas geen waar de naam Robbert bij staat.
Wel wist ze veel te vertellen over haar vader maar dat kon ik op mijn beurt niet checken.
Dit is het verhaal van Elise:
Robbert kreeg een op een nog onbekend moment
een relatie met genoemde Siti die uit de Kraton van
Jogjakarta stamde. Uit deze relatie is zij in 1925 geboren. Moeder Siti
overleed al in 1928 en Elise herinnert zich haar niet. Alleen vaag een
deel van het begrafenis ritueel waarbij zij onder de op stoelen gezette kist
moest kruipen.
Hij maakte zich medio 1933 zorgen over
de toekomst van zijn dochter, erkende haar officieel en
regelde dat ze, indien hij niet meer voor haar kon zorgen opgevangen
zou worden in het katholiek pensionaat te Malang waar Elise al door de week verbleef. Zij
moest dan wel eerst katholiek worden gedoopt wat gebeurde.
Uit de akte van erkenning d.d.. 21-5-1933 te
Malang:
".........Robbert Eeftinck Schattenkerk, oud 58 jaar, van beroep
kleinlandbouwer, wonende te Gampingan, district Pagak (Malang), die mij
verklaarde, dat op de vierden september negentien honderd vijf en
twintig, des voormiddag te vier uur te Kanigore (Gondanglegi),
residentie Malang, is geboren een kind van de vrouwelijke kunne uit de
inlandsche vrouw Siti Asia, sedert overleden, aan welk kind is gegeven
de voornaam van Elisabeth en hetwelk hij bij deze voor het zijne
erkende.........."
Als Robbert overlijd (Elise meent dat het 1935 was) is zij nog geen 10 jaar.
Op haar doopbewijs is later door de scribent in
Latijn bijgeschreven " Confirmata in Malang die 26 Maje
1935 ". Het lijkt een bevestiging dat ze toen officieel in de
katholieke kerk is aangenomen. Of dat ook de datum is dat ze in het
katholieke pensionaat als wees is aangenomen weet ze niet.
Na het overlijden van haar vader erfde Elise
volgens haar zeggen onder andere zijn land met het huis en kreeg bovendien
tot haar 18de levensjaar een wezenpensioen.Hiervan zijn geen papieren.
In de jaren die volgen groeide ze relatief
beschermd op in het pensionaat. Ze hoefde niet naar een Japans interneringskamp
en kwam de bezettingstijd en de jaren die daarop volgden ondanks de
algemene problemen goed door. Ze doorliep de middelbare school, ging
naar de kweekschool en werd onderwijzeres.
Op enig moment is zij door haar Europese
familie
benaderd of zij met hun naar Nederland mee wilde maar zij koos om te
blijven. Zij herinnert zich niet wie dat waren.
Na de oorlog, in 1948 trouwde zij in Malang met
Jozef Antonius (Jo) Lammers. Hij 26, zij 22 jaar. Jo was toen
amanuensis en leraar boekhouden op de HBS. Ze kregen 5 kinderen waarvan
Diana de oudste is.
Foto: Elise (34) circa 1959. Coll. Lammers-ES. |
In 1960 vertrok het gezin Lammers-ES naar
Nederland. Het huis en land van haar vader liet ze al eerder, om
onteigening na de onafhankelijkheid te voorkomen, aan haar Javaanse
familie. Bij aankomst in Nederland is er geen contact met de Nederlandse familie.
In 2010 is Elise samen met dochter Diana
terug geweest naar Java. Naar verluid is het "landje" van haar vader was nog steeds in bezit van haar moeders
familie maar het huis was verdwenen na een overstroming.
|
Na bekijken van de in mijn beheer zijnde familiefoto's uit de collectie
Jarman (2de echtgenoot van mijn overgrootmoeder) tijdens mijn bezoek in
2011 kwam Elise tot de (aarzelende) conclusie dat Robbert er op een
aantal voorkomt.
De Javaanse vrouw die op deze foto's voorkomt zou Siti kunnen zijn
gezien haar positie in het gezelschap maar Elise heeft onvoldoende
herinneringen aan haar voor een positieve identificatie. Geen van
de personen in de ander foto's herkende ze. De vraag is ook bij de wel
herkende foto's of de wens de vader van de gedachte was. Ook als haar
vader er op voor komt dan nog is hij circa 15 jaar jonger dan de man
die ze zich zal kunnen herinneren. Jammer dat zij zelf geen enkele foto had
ter confirmatie.
Foto's: collectie Jarman circa 1916. Hein Jarman is de man met de snor
Robbert (42) zou de andere kunnen zijn. De vrouw in het midden van het
zwembad is onbekend.
|
N.B. In najaar 2013 werd de aanwezigheid van een dochter nogmaals bevestigd door een tweetal
artikelen die ik in De Indische Courant van 1934 (6&7) vond. Hierbij werd melding gemaakt
dat deze bij Robberts overlijden 9 jaar was en dat moeder in of na 1928 was overleden.
Ook dat hij zijn dochter voor zijn overlijden aan de goede zorgen van de R.K. pastorie
toevertrouwde.
Noten:
1) De meeste informatie stamt uit de Indische adresboeken. Een
vermelding is minimaal het jaar daarvoor opgegeven daar heb ik
standaard voor gecorrigeerd. Lastiger is dat een vermelding soms ten
onrechte langere tijd bleef staan als een wijziging niet doorgegeven
werd. Een voorbeeld is dat er in de adresboeken tot 1910-1927 Robbert
vermeld wordt als erfpachter van Badjing Oendjoer samen met F.
Looijé als zijn vrouw terwijl ze al in 1910 gescheiden waren.
Een andere bron van informatie zijn de "Regeeringsalmanaken Grondgebied
en Bevolking", met name het deel over de erfpacht
(ref. de almanakken van 1905, 1907,1908,1912,1913 en 1920)
2) Arendsen Hein (S. A.). Het planten van suikerriet met
één oog zonder kweekbeddingen. Archief
Java-suiker-industrie IX (1901) 738. Opmerkingen van R. E. Schattenkerk
(4) over vorenstaand Opstel.
3) Documenten getoond tijdens mijn bezoek aan Elisabeth in februari
2011:
Een uittreksel uit het 2de bijregister van geboorten
van Malang (nr.17/1933) met de akte van erkenning opgemaakt 21 april
1933. Hieruit valt o.a. de woonplaats Gampingan district Pagak
residentie Malang en toenmalig beroep als kleinlandbouwer van Robbert
op te maken. De genoemde naam van de moeder van Elisabeth is Siti Asia.
Die achternaam kan bedoeld zijn als generieke aanduiding. Getuige
Antoine Louis ten Cate oud 46 jaar was in 1912 Hoofd van het
plaatselijk bestuur van Loema(d)jang ten zuiden van Probolingo en was
mogelijk een vriend van Robbert. De akte is bekrachtigd op 5 oktober
1933 met de volgende tekst: Het in deze acte bedoeld kind Elisabeth Schattenkerk is gewettigd
bij besluit van den Gouveneur-Generaal van Nederlandsch indie de dato vijf en twintig Augustus
negentien honderd drie en dertig hetwelk in het betrekkelijk register van den Burgerlijken stand te
Malang is ingeschreven onder acte nummer zeventien van het jaar negentien honderd drie en dertig.
De dienstdoend assistent resident van Malang (naam onleesbaar)
(4)
Een katholieke doopakte d.d. 2 februari 1934 met
bevestiging
op 26 mei 1935. Aanname van het Katholieke geloof was voorwaarde voor
plaatsing in het pensionaat.
De huwelijksakte uit 1948 met Lammers. In deze akte
word melding gemaakt van een bijgevoegde akte met verklaring van bekendheid
in plaats van een overlijdensakte van Robbert maar deze heb ik er niet bij aangetroffen. (4)
Na het verhaal van Elise blijf ik toch nog met vragen:
(a) Bestaan er nog documenten van haar erfenis en de latere overdracht van huis en plantage aan haar familie. Wanneer was dat.
(b) Is de plantage na de dood van Robbert gexploiteerd en zo ja door wie ? (c) Welke papieren gooide Elise weg tijdens haar overtocht naar Nederland en waarom ? (d) Elise vertelde over bezoeken met haar vader aan familie in of
nabij Bandoeng in de laatste jaren voor zijn dood (in 1935) en familie die haar naar Nederland wilde meenemen na het overlijden van haar vader. Wie waren dat ? Robberts beide zusters waren al eerder naar Nederland vertrokken en zijn oudste zuster was in 1930 overleden.
4) Een aantal maal tekende Robbert met R.E. Schattenkerk ook in kranten werd hij zo aangeduid. Deed hij dit om het kort te houden of gebruikte hij
bewust Eeftinck als een voornaam zoals het historisch ooit bedoeld was ? Dat laatste lijkt
waarschijnlijk omdat in de akte van erkenning zijn dochter de achternaam Schattenkerk
kreeg zonder de toevoeging Eeftinck. Die toevoeging komt weer voor in haar huwlijks akte met Lammers van 1948 en gebruikt ze nog steeds.
5) ref. www.roosjeroos.nl : Overledene: Robbert Eeftinck Schattenkerk overl.: 24-10-1934
Geboren in: Bandoeng Plaats overl.: Malang Leeftijd: 60
Aktenummer: 51 Filmnummer: 1357951
6) Artikel over de opbouw van zijn koffieplantage in Kepadjen.De Indische Courant van 30-08-1934
7) In memoriam R.E. Schattenkerk in De Indische Courant van 30-10-1934
8) Soerabaijasch handelsblad 01-03-1930. Het oorspronkelijke landje in de dessa Gampingan word te koop aangeboden. Het eerder genoemde district Pagak is een de dessa in het district Senggoeroeh ligt terwijl bij de erkenning van zijn dochter van het district Pagak sprake is.
|