In 1829 woont hij nog bij zijn ouders in Buitendorp te Zwammerdam. Uit
de volkstelling van 1839 blijkt dat hij sinds januari 1830 bij de
Bierbrouwerij de Zwaan in de Steekterpolder bij het Goudsche Rijpad
woonde. In de volkstelling van 1839 staat vermeld dat in 1830 zijn
toekomstige vrouw Pieternella Kwakernaak daar ook al woonde. Een
ambtelijke vergissing of was JCP zijn tijd aanzienlijk vooruit ? Hoe
dan ook feit is dat Pieternella zwanger raakte omstreeks oktober 1831.
Dat hij in 1830 al een verhouding had met Pieternella komt overeen met
het verwijt dat vader Jacob op laat tekenen door notaris Ooijkaas in
december 1831, dat zijn zoon al meer dan een jaar wist dat hij tegen de
verbintenis was. Het paar woont na hun huwelijk in januari 1832
tijdelijk in Aarlanderveen waar ze ook hun huwelijk hebben laten
registreren. Hun eerste kind Jacob wordt er in juli van dat jaar
geboren.
Zakelijk
In de volkstelling van 1839 geeft hij als beroep nog
bierbrouwer op.
Begin 1844 wordt meester-brouwersknecht Leemkoel
ontslagen. Wat is er gebeurt ?
Coll. CBG
In 1844 wordt er een houtzaagmolen van het type
bovenkruier genaamd De Nijverheid gebouwd vóór de
gebouwen van de bierbrouwerij.
In 1850 bouwt hij nog een houtzaagmolen. In de in de
nacht van 15 op 16 oktober 1881 werd deze door een Zuid-Westerstorm
totaal verwoest.
|
Molen de Nijverheid.
|
|
In 1849 breekt hij de oude villa Buitendorp af en laat er in
1850 een nieuw gebouw neerzetten, dichter bij de weg.
Villa Buitendorp op de grens van Zwammerdam en Alphen (rechts de grenspaal).
In 1866 gaat Buitendorp over aan zijn zoon Jacob. Deze
verkoopt de buitenplaats die
80 jaar in de familie geweest was in 1875 aan magarinefabrikant Van
Dam.
In 1877 wordt molen De Nijverheid ingrijpend gerenoveerd.
Publieke functies
In oktober 1851 wordt hij raadslid van de gemeente Alphen en
wordt in de loop der tijd in verschillende commissie benoemd
zoals voor de armenzorg, gemeentelijke gebouwen en de bouw van een
nieuwe school.
Vanaf september 1865 is hij wethouder van Alphen.
In 1868 wordt hij hoofdingelanden van het 10de district
(hoofdplaats Alphen)
In 1869 wordt hij tevens ambtenaar van de burgerlijke stand.
In 1871 is hij tijdelijk burgemeester na vertrek van de,
door schandalen geplaagde, burgemeester Varossieau.
In mei 1875 wordt hij benoemd tot Dijkgraaf van de
Steekterpolder.
In september 1875 wordt hij niet herkozen als wethouder maar
blijft wel deel uitmaken van de raad.
In 1878 wordt hij toch weer hij herkozen als wethouder en
zal dat blijven tot zijn overlijden in 1890.
In datzelfde jaar maakt hij deel uit van de gemeentelijke
commissie voor de feestelijke ontvangst van de eerste trein van de
spoorweg Leiden - Woerden waarvoor hij een deel van zijn land verkocht
heeft.
In 1883 wordt hij weer herkozen hij staat dan o.a. op de
lijst van de 4 jaar eerder door Abraham Kuyper opgerichte Anti
Revolutionaire Partij. Ook in 1887 en 1889 wordt hij herbenoemd.
ref. Rijnbode
De familie:
In 1841 overlijdt vader Schattenkerk en in 1846 zijn moeder
waarna hij een aanzienlijk vermogen erft. Zie
verder bij de ouders...
De laatste van zijn schoonouders overlijdt in 1845.
Oudste zoon Jacob (1832-1913) vertrekt na zijn huwelijk in
juli 1863 naar Harmelen. Hij zal later terugkeren en in Zwammerdam
wonen.
Zoon Marinus (geb 1833) overlijdt jong in 1852.
Ongehuwd gebleven zoon, houtkoper, George (1834-1917) blijft
bij zijn ouders wonen en vertrekt in 1891, na afhandeling van de
nalatenschap van zijn vader naar Amersfoort.
Naamgenoot van vader, Jean (JCP ES-2)(1839-1903) studeert
voor arts te leiden en vertrekt eind 1861 uit het ouderlijk huis naar
Uithoorn.
Dochter Catharina (1838-1899) huwt in 1862 te Alphen met
houthandelaar Jacob Olie. Het paar gaat in de Amsterdamse Warmoesstraat
wonen. Sinds haar scheiding in november 1871 woont zij weer bij haar
ouders met haar in 1863 resp 1866 geboren kinderen.
Zij vertrekt na het overlijden van haar vader in 1890 naar Amersfoort.
Pieter (1839-1882) studeert ook voor arts en verlaat het
ouderlijk huis in september 1863 om er in november 1864 voor enkele
maanden terug te komen. Na een stage in Nederland vestigde hij zich
eind 1867 als geneesheer in Nederlands Indië waar hij hetzelfde
jaar in het huwelijk treedt. Zijn vrouw en kinderen bezoeken hun
schoon- resp grootouders in 1878 maar Pieter is er dan niet bij. Het
gaat niet goed met hem en hij overlijd jong in het Indische Buitenzorg
in 1882. Zie verder ...
De laatste 4 kinderen van het echtpaar E.S.-Kwakernaak
geboren in resp. 1840,1843,1844 en 1848 sterven binnen het jaar.
In 1885 overlijdt zijn vrouw Pieternella Kwakernaak.
Er is een langstlevende testament maar er wordt wel een
boedelbeschrijving gemaakt.
Vader JCP E.S. wijzigt zijn testament in januari
1890 sterk ten voordele van met name zijn bij hem inwonende kinderen
George en Catharina. Zoon George wordt benoemd tot executeur
testamentair.
|
|
In november 1890 komt vader JCP ES te overlijden.
Notaris Maarschalk krijgt van zoon George de opdracht de verdeling van
de ouderlijke nalatenschap te begeleiden. Deze bestaat onder andere uit
: De heerehuizing, houtzaagmolen, bouwmans en arbeiders woningen met
loodsen en ander getimmerte in de Steekterpolder tot aan de Rijn
inclusief meer dan 28 hectaren land. Verder uit de nalatenschap van
moeder Petronella Kwakernaak, verkregen van haar ouders, ruim vijf
hectaren land etc in de Zuideinderpolder te Aarlanderveen. J. van Aalst
koopt het herenhuis Landlust en de houtzaagmolen voor f3.500 en W Los
koopt 4 hectare land voor 10.520. De rest blijft in de familie (JCP ES
2 en George). De netto nalatenschap bedraagt circa f 40.000. (akte van
notaris Maarschalk 127 d.d. 19-10-1891 ) Voor details van de
nalatenschap van JCP en zijn vrouw zie verder ....
Heer Van Aalst verkocht de houtzaagmolen vrijwel direct door aan heer
Huurman. In 1895 kwam hij in handen van de heer Herngreen die er een
lokaal bekende houthandel stichtte. Begin twintigste eeuw kwamen er
stoommachines bij. In 1909 werd de molen nog eens gerestaureerd maar in
1924 verloor hij voorgoed zijn functie. Tenslotte verdween het
molenrestant in 1931 ten gevolge van een brand. Het houtbedrijf van
Herngreen bleef tot na de tweede wereldoorlog bestaan. In 1971 vestigde
zich Vapotherm (polyurethaan hardschuimplaten) op die locatie.
(Ref De viersprong 51 blz 56 e.v.)
Grappige advertentie uit de Rijnbode van 29 maart 1891, gevonden tussen
de vele waarbij goederen uit de nalatenschap te koop werden aangeboden.
Het model uit 1876 was buiten Engeland zeer zeldzaam en zal destijds
beslist de aandacht hebben getrokken. Als driewieler was het stabiel en
doordat de twee voorste wielen hetzelfde spoor gebruikte was er minder
wrijvingsweerstand. High tech destijds !
(Met dank aan André van Bosbeke van www.3wielweb.be)
|
Rijnbode 1 maart 1891 p5/6 |
Over de grafkelder van de familie Eeftinck Schattenkerk -
Kwakernaak Zie ...
Voor zijn in 1882 te Buitenzorg overleden zoon Pieter en
zijn gezin Zie ...
|