"Aangenaam gezelschap, zes conversatiestukken van Nicolaas Muys"
A.M. Meyerman et al ;1992 ; Historisch Musem der stad Rotterdam; Uniepers Abcoude  ISBN 90 6825 1147

 

Samenvatting uit de biografie van Nicolaas Muys blz. 66-68

Nicolaas (1740-1808), zoon van Willem Muys en Elisabeth Treels, wordt op 24 april 1740 gedoopt in de Lutherse kerk te Rotterdam. In 1762 is hij leerling bij de Haagse Academie de "Kunst- en schilder Confrerie Pictura" waar hij les krijgt van Aert Schouman. Werkt in 1774 samen met Jan van der Wall als decorschilder voor de Rotterdamse schouwburg. In 1782 ingeschreven als fijnschilder bij het Rotterdamse Lucasgilde. Treedt in 1783 toe tot het tekengenootschap "Hierdoor tot Hooger" als werkend lid. In 1785 volgt aanstelling tot vierde corrector. Ook taxeert hij portretten. In 1792 wordt hij gevraagd "hoofdman" te worden van het Lucasgilde.   Muys bevestigd zijn patriotische gezindheid met de ondertekening van een proclamatie gepubliceerd in de Rotterdamsche Courant van 15 oktober 1795 : " De onderteekende die allen de belofte op de rechten van den mensch en burger in de grondverklaring dezer stad hebben gedaan verklaren hiermede dat hunne stedelyke vertegenwoordigers derzelver volkomen vertrouwen en onaggebroken hebben behouden". In 1802 is Muys voorzitter van het Tekengenootschap "Hierdoor tot Hooger" In 1806 legt hij wegens ziekte zijn post "tijdelijk" neer. In 1808 sterft hij in zijn huis aan de Glashaven.

Enige aantekeningen over verbanden tussen personen. :

Aernout van Beeftingh (1759-1831)  is sinds 1775 al werkend lid van "Hierdoor tot Hooger"  Politiek stond hij aanvankelijk aan Patriotische zijde en was samen met oom Daniel (jun) en neef Daniel (Adrzn)  (1745-1809) een van de "tractanten" aanwezig bij de maaltijd die op 14 april 1786 werd gegeven ter gelegenheid van de alliantie van de Republiek met Frankrijk. Bij het herstel van stadhouder in 1787 ondertekend hij echter als burgemeester het besluit om de stadhouder in al zijn waardigheden te herstellen. In 1795 is hij samen met Daniel de Jongh enkele weken provisioneel raadslid. Sindien blijft hij buiten openbare ambten. Aernout van Beeftingh wijst in 1800 in zijn testament Muys aan voor de verkoop van zijn collectie schilderijen en tekeningen. De familie de Jongh bezoekt muziekavondjes bij de van Beeftingh's en de dochter van Beeftingh Jans is vriendin van Johanna Sophia Lucia (Jans) de Jongh, een van de dochters van Daniel .
Aernhout van Beeftingh en zijn gezin in 1797 door N. Muys.Vlnr: Vader Aernout,Johanna Adriana (Jans) *1787 , Pieter * 1794, Moeder Jacoba Maria geb. Boon met baby Nicolaas Marinus *1796, op de grond Josua * 1794 en bij de boekenkast Nicolaas *1783
Voor verdere genealogische informatie Klik hier.

Daniel de Jongh (Jun) 1721-1796) sinds 1784 honorair lid van "Hierdoor tot Hooger" wijkt in 1787 uit naar  Brussel en wordt in 1789 zelfs oficieel verbannen. Hij logeert er een tijd bij zijn vriend Gerrit van de Pot van Groeneveld. In 1796 overleed hij er zonder te zijn teruggekeerd naar Rotterdam. zie hierover de corr. Thijs-van der P-van G.

Van der Pot keert in 1795 terug naar Rotterdam en heeft dan contact met Muys over restauratie aan zijn kunstcollectie door de Brusselse kunsthandelaar en schilder Thijs. Hij wordt in 1797 honorair lid van "Hierdoor tot Hooger".

In 1801 wordt Erdwin Adrianus de Jongh lid van het tekengenootschap.

<< Terug <<<