Bron: FAW
Blz. 1 Marienberg den 30 november 1828 1 Dit antwoord komt vast niet zoo als gij het verlangde zusjelief maar tog spoediger als ik gewoonlijk van u ontvange en nu zet ik mij toe om eens rustig met u te praten. Ik begin dan met u voor de bokkum en delicieuse kabel- 5 jauw te bedanken die wij met veel smaak nuttigde in gezelschap van eenige famille maar niet Lucie want zij was toen druk aan het oppakken en kwam twee dagen daarna bij ons eeten. Ik mis haar thans meer dan ooit want ga nu zeer weinig uit en dus was mij haar hartelijk bijzijn 10 dubbeld aangenaam en vooral in 't laatst van de zomer zagen wij ons zeer veel. Nu zal ik meteen, een punt van uwe brief beantwoorde ontrent juff[rouw] van der Aa maar door Bert zijt gij reeds eenigzints in een ander denkbeeld gebragt en gij weet dus hoe spoedig Lucie zig moest decideeren 't geen 15 anders strijdig is met hare gewoonte en vooral in zulk een gewigtig geval. Zij had er mij wel eens te voren over gesproken dat zij wanneer zij eene gouvernante nam "zij zeer tot juff[rouw] van der Aa zou inclineeren, wanneer die weer gezond was en weer een conditie zogt. En daar zig dit nu voordeed en 20 zij reeds met mevr[ouw] van der Mesch in correspondentie was was er geen tijd van beraad. En wat de informaties bij u aan- belangt zusjelief die waren dunk mij geheel onnodig. Zij is te gelijkertijd met haar bij u gelogeerd geweest heeft dus alles zelf kunnen beoordeelen en of zij u geviel dit wist zij ook 25 van u. En hoezeer gij haar vertrek betreurd hebt en met haar caracter en humeur was zij toen zeer ingenomen. Gij hebt dus verkeerd gedaan lieve zusje van Lucie van agterhoudenheid te beschuldigen en dit deed haar ook leed. Maar dat mevr[ouw] van der Mersch informaties nam was zeer natuur- 30 lijk. Het doet mij plaisir voor Lucie zij iemand neemt en dat zij reeds kennis met haar gemaakt hebbende ook met meer Blz. 2 1 zekerheid kan verwagten zij haar zal voldoen en na vroegere beschrijving geloof ik dat Lucie ook een lief gezelschap aan haar zal hebben. Zij was deze zomer dikwijls zeer neergedrukt de dood van de oude nigt heeft haar ook diep getroffen zij 5 verliest met haar ook veel deelneming en hartelijkheid. Uwe verwondering kan ik zoo begrijpen lieve zusje toen gij vernaamt dat ik in Utrecht was en misschien kwam ook wel de gedagten bij u op de gezondheid van M[arie] is tog beter als men denkt anders dorst zij het niet te wagen en kwam 10 zij dan ook maar eens bij ons maar wat heeft mij na een lang beraad doen resolveeren: Gevoel van pligt. Zedert vier jaren had ik tante niet gezien en kon haar e[edele] denken dat wij na de dood van oom minder hartelijkheid betoonde. Ik nam dus de resolutie om met Lucie belet te vragen 15 en teven Betzij Sijpkens, die van ons vertrok, na Utrecht te brengen. De nagt voor ons vertrek was ik weer zoo naar en hevig pijnlijk dat ik niet anders dagt als 't huis te moeten blijven. Tegen de morgen bedaarde het en toen nam maar, hoewel niet zonder angst, het besluit om te gaan want het 20 kon tog niet meer afgeschreven worden. Het ging vrij goed op reis maar natuurlijk met onze gemakkelijke caleche en nu en dan wat gesterkt door droppels. Zoo kwam ik dan te Utrecht. Regt hartelijk van Tante ontvangen en ben er vijf dagen stil geweest en gelukkig in die tijd vrij redelijk geweest 25 en heb het heerlijk met het weer getroffen. Dit deed mij ook goed daar koud en guur weer veel invloed op mijn gestel heeft. En de terugreis vermoeide mij veel minder omdat ik ik de vorige nagt goed geslapen had en wat was ik voldaan over mijn uitstapje! Ik vond de goede tante weinig veranderd ten- 30 minste in haar doe zoo dat ik somtijds met verwondering haar e[dele] aan- zag en dagt is dat iemand van 70 jaren? Het figuur word net als van grootmama dit frappeerde mij maar hoe lief hartelijk en voldoende was die goede vrouw! Lucietje was er ook met veel Blz. 3 1 genoegen en riep telkens uit wat is tante toch lief! En 't heeft haar zoo veel genoegen gegeven wij er geweest zijn. Dit heeft zij ook nog aan L[ucie] v[an] d[en] Bosch gezegt, dat ik ten uiterste voldaan ben van die goede tante te hebben bezogt. Volg nu mijn voor- 5 beeld maar zusjelief maar gij zult het nu wel tot het voorjaar moeten uitstellen. Maar van u is het anders minder te excuseeren daar gij wat uwe gezondheid aanbelangt niets hebt te menageeren. Weerts is vrijdagmiddag met Daan na Crefeld vertrokken. Hij had Arnold beloofd hem voor de winter nog eens te 10 bezoeken ook om dan mondeling nog van hem te horen of hij geheel tevreden is. Ik verlang regt hartelijk na hunne terugkomst dat op woensdag bepaald is en dan in allen op- zigten door goede tijdingen verheugd te worden 't is voor Daan ook een aardige toertje hij zal nu morgen zijn verjaardag te 15 Crefeld vieren. Wat is het tog vreemd dat Betzij de Jongh haar nigtje niet kan afwagten omdat zij een grote wasch heeft. Mij dunkt in haar geval zoude ik geantwoord hebben gij komt net van pas om te kunnen helpen want voor meisjes zoals Betzij 20 en Lucie geneerd men zig dog niet. Gij zult ook wel uit de courant gezien [hebben] dat de ongelukkige M. Afer tog haar oudste zoon verloren heeft. Diep medelijden heb ik met die arme moeder daar ik door eigene herinnering aan mijn onvergelijke lieveling 25 mij hare smart zoo levendig kan voorstellen en dan nog daar hij op die leeftijd! Hebt gij ook van die treurige sterfgevallen uit Rotterdam gelezen. Van de heer en mev[rouw] Ruijsch die binnen de agt dagen twee volwassene meisjes verloren eene van 25 en de jongste van 18. Nu hebben zij nog eene 30 over. Zij zijn aan zware koortsen gestorven. Wien heeft die ongelukkige ouders trouw bijgestaan. Zelfs is de jongste dochter in zijn armen gestorven want tog lag de moeder ook door Blz. 4 1 koortsen aangetast, misschien meer door smart. De eenige dochter zat voor haar bed en Ruijsch kon niet meer van aandoening en vermoeidheid. 't was zulks een gelukkig huis- gezin en ouders die geheel voor hunne kinderen leefde ! 5 En nu missen zij bijna alles en moeten tog in Gods bestuur berusten ! Ik heb van Lucie al eenige regelen van Saarbergen ontvangen. Bert is is weinige oogenblikken na haar gearriveerd. Dat huis is mij goed bevallen. Gij weet dat wij er eens 10 gegeten hebben, Zij moeten het verlaten wat is het aan- genaam voor de meisjes dat Bert dit winter bij hun is. Ik geloof dat zij regt lief onder elkanderen zijn Ik heb onzen Lucie eene zeer mooie mantel gekogt, groen en zwart- geruid maar zeer zagt en lief groen en mooi fijn goed. 15 Er is hier geen een zoo in de stad zij had ze ook nodig. Nu moet zij nog een winterhoed hebben. Wat heeft Betzij? De juff[rouw] en kinderen zijn gezond. Wat mijzelve aanbelang[t] dit mogt wel beter ik souffreer dagelijks en zoek het voor mijne huisgenoten zoo veel mogelijk te cacheeren, 20 behalve voor W[eerts]. Ik had gehoopt dat onze nieuwe doctor door wat anders te beproeven het had geraden maar twijfel of hun kunst zoo ver gevorderd is om zulke inwendige kwalen te genezen. Geniet 't geluk van gezondheid nog lang met de uwen. Van alle de 25 onze de vriendelijkste groeten ook aan Meurs en Betzij en geloof mij. Uwe altoos liefhebbende zuster Marie Zoo even maandagmorgen was Jan Sages hier. De famille 30 is wel Nog iets Tante Roschet kon onze Lucie bijna niet. Zij had haar ook in geen 6 jaren gezien. Haar hartelijkheid beviel haar zoo goed.
Naar brieven index
<<< Terug <<<