Bron: FAW
Blz. 1 Ems den 3 Augustus 1828 1 Zeker verlangt gij tog ook zusje lief, iets van mij te vernemen. Onze reis is zeer aangenaam geweest. Morgen wordt het 11 dagen wij van huis gingen na Nijmegen. Sliepen die nagt al op de Stoomboot, die den andere morgen vroeg af- 5 voer. Wij hadden het Pavilloen afgehuurd en het dus zeer op ons gemak. Die gehele dag en nog eene nagt waren wij er op. Te Dusseldorp kwamen er eenige muziekanten op die allerliefst musiseerde, dat aller aangenaamst was. Woensdag - morgen om 12 uur kwamen wij te Keulen. Ongelukkig voer 10 die dag geen Stoomboot na Coblenz dus moesten wij verder met rijtuig. Weerts kreeg een zeer gemaklijke koets daar wij nog die avond mede tot Gothesberg reden en den volgende dag na hier. Te Gothesberg is het heerlijk, men heeft daar het Zevengebergte zoo trots voor zig liggen, dat men zig niet 15 verzadigen kan van de schoone natuur te beschouwen! Door 't gemaklijke rijtuig was ik weinig gefatigeerd van de reis, en onze kamers zijn zeer goed. Weinige menschen zijn hier zoo goed gelogeerd. 't is een zaal van 5 raamen, waarvan twee door een houte beschot tot slaapkamer afgescheide. En op 't 20 vrolijkste standpunt, waar de meeste passagie is, en tegen over een tuin daar al de beau monde wandeld, en wij dus ook; en men zelf met zijn werk gaat zitten. Een geluk dus dat wij vooraf geschreven hadden, want 't is gansch niet onver- schillig of men vrolijk gelogeerd is, als men zoo geheel vreemd is. 25 De twee eerste dagen was ik wel, en dus ook vrij opgeruimd, en Weerts van plan om spoedig ons te verlaten, maar na wat meer van het water gedronken te hebben, begon het hevig op mijne pijnen te werken, zoo dat ik nu en dan zeer naar was, en ook zenuw- achtig, daarbij de angst dat W[eerts] weg ging, deed mij ook kwaad. 30 om die reden is hij nog tot nu toe gebleven, en vertrekt vanmorgen zijnde ik nu vrij wel, en 't is tog niet mogelijk hij zoo lang van huis is. Ik moet er mij dus in schikken, hoezeer ik ook zijn bijzijn Blz. 2 1 zal missen. Zoudt gij wel gaarne zonder Meursje hier blijven ? 's morgens om half zeven begint mijne wandeling na het Courhuis, daar de bron is om het warme water te drinken. Ieder komt daar met zijn glas in de hand, groot of klein na dat het nodig is. Het mijne 5 is vrij groot, zoo drinkt men hier 6 tot 8 glazen. Ik ben nu haast tot vier gekomen, want moet het langzaam doen. Ook wil mij de doctor nog niet het baden toestaan. Dit is een zeer voorzigtig lief oud mannetje, en die zeer kundig is. Tusschen ieder glas moet meer dan een quartier gewandeld worden. 10 Dat wiemelt daar dooreen, meer als op de drukste kermis. Ook zijn daar alle zeer mooie kramen. En in de tuin zoo als men de oogen open doet, eenige muziekanten, die vast s'morgens en s'avonds zeer goed speelen. En daar trippelt men heen en weer tot het dejeune, daar allen 15 dan als hongerige leeuwen opvalt. Ieder op zijn Kamers. Wij kopen s' morgens zelf ons brood aan de deur, zouten onze eige boter, want de versche boter eeten zij hier zonder zout en dat is vreeselijk laf. Koffy is 't eenigste wat men aan huis krijgt daar men kamers heeft. Om 7 uur is de eetens- 20 klok de eerste dag hebben wij aan 't Courhuis gegeten met meer dan 150 menschen, de andere aan een ander tafel ook wel met 50 of 60 personen, maar nu laten wij het eeten komen dan zijn wij vrijer en hebben niet nodig ons zoo te toiletteeren. Maar de Duitsche kookkunst bevalt 25 ons niet, vooral de groenten, en 't vleesch is slegt: en 's a- vonds vergenoegd men zig maar met een boterham of melk- spijs. Dit zou u niet bevalle. Sla ziet men bijna niet de Kourgasten mogen die niet eeten ook geen vruchten: enfin 't is in 't geheel Holland niet. De legging is ook niet best. 30 Harde matrassen, en nergens gordijnen, dus ligt men op een paradebed. Ik heb nog een kusse extra gekregen (want daar- mede zijn zij ook zuinig) voor mijne oude lendenen, die moeten tog genoegzaam uitrusten. de weinige Hollanders die hier zijn, zien met verlangen de terugreis naar 't lieve vaderland tegemoet. Blz. 3 1 Het doet regt plaisir wanneer men eenige ontmoet; Mev[rouw]: van Wassenaar, en Mev[rouw] van Kell met de freules en freule van Palland zijn hier 4 weken geweest. Die zijn vanmorgen vertrokken, dat mij spijt. Wij gingen nog al veel samen, en vooral Mev[rouw] van Kell 5 is eene zeer respectable vrouw en niets hoog. D. Bonebakker van Rozendaal is ook zedert eenige dagen hier, waarbij wij ook nog raad en daad zoude vinden wanneer W[eerts] weg is. En verbeeld u gisteren- middag uit het raam ziende staat Me[vrouw] Gleichman met haar echtgenoot Bogaards voor ons. Dit was eene aangenaame Sur- 10 prise, wij hebben van middag samen aan 't Courhuis gegeten vast wel met 200 menschen. Ik kan u zegge mij de drukte agi- teerde, want daarbij is altoos muziek agter tafel. Morgen ver- volgen zij hun Duitsche reisje. Het is dubbeld aangenaam zoo geheel vreemd zijnde, van kennissen te ontmoeten; anders vind 15 men hier meest Duitschen, weinige Franschen en Engelschen. Ook zeer grote Personnaadjes vanmiddag was er ook een Poolsche Prins aan tafel en de Grootvorstin van Rusland is hier ook met haar geheele hofstoet. Zij ocupeeren in de dertig kamers aan 't Coerhuis, en hebben nog een geheel hotel 20 om daags te zijn. 't is eene mooie blonde vrouw, en zij heeft een lief kindje zoo als Dorothee bij haar. De natuur is hier groots en schoon, men is hier omring van alle kanten van de hoogste bergen en rotsen, en de meeste zijn zoo stijl en moeielijk te beklimmen dat men dat zoo als in Zwitserland 25 op ezels doet. Daags staan er wel 30 a 40 ezels klaar wanneer men wil rijden. Met roode zadels en bij ieder een jongen met een roode pet en dito bandelier om, waarop op een kopere plaatje de nommer van de ezel die ook het zelfde nommer voor 't hoofd heeft. De dames rijden op zijn Engelsch, wij hebben reeds 3 toeren gemaakt. Eer- 30 gisteren naar eene ijzersmeederij, daar alle werkzaamheid is zoo als in De Kopermolen. Ik kan niet zegge wat ik gevoelde bij het slaan van de hamer. Het bragt mij geheel in verrukking! Maar die toer was wat groot, dus ik wat te veel gefatigeerd, en heb dus gisteren en vandaag uitgerust. Vandaag agt dagen zijn wij 35 na Nassau geweest een klein dorpje, maar de natuur is er nog heerlijker, en de bergen nog veel hooger. W[eerts] en Anette is op een der spitsen geweest, alwaar het oude slot van de Graaven van Nassau nog Blz. 4 1 staat. Ik moest halfweg blijven, maar zag tog ook de heerlijkste gezichten. Wanneer W[eerts] nu weg is, dan zijn tog ook de meeste toertjes voor ons gedaan. Maar met ezels kunnen de vrouwen zeer goed alleen gaan, zelfs al is men geheel alleen, en wandelen ook. Daaromtrent 5 is men niets gegeneerd en wij zijn nu al vrij goed gewent. Gij moet egter niet denken zusjelief het mij onverschillig is, want dikwijls bekruipt mij de angst als ik eens weer minder wel word. Maar nu ik tot dit besluit heb moeten komen, zoek ik ook moed te houden. Dit is vooral voor mijn zenuwgestel allernoodzakelijkst, en ik vleye 10 mij nu maar dat het eene gelukkige invloed zal hebben op mijne gezondheid. Toen ik eerst zoo geheel onwel pijnlijk en zenuwach- tig was, had ik al half en half het besluit opgevat om maar weer met Weerts te retourneeren. Gelukkig dat wij het toen nog een paar dagen in beraad hielden, en W[eerts] mij beloofde niet te 15 gaan voor dat hij zag ik het water kon verdragen en meer ge- woon was. Annette en ik weten ons nu al meer te redden. Mev[rouw] Labouchère is hier met juff[rouw] Phersdorff van Rotterdam. Haar man heeft haar gebragt en is weer vertrokken, en na die tijd is die arme vrouw zeer ziek geworden, zoo dat zij zelfs het 20 bed houd. En dat goede meisje is nu zoo naar, geheel vreemd zijnde en zig niet wetende redden. 't is een kennis van Me[vrouw] Gleichman, die haar bezogt en door haar heb ik aan Juff[rouw] Phersdorff late zeggen dat indien ik haar van eenige dienst kon zijn zij maar over mij moest disponneeren. Dit zou mij 25 ook van plaisir zijn doen wanneer ik in die positie was. Mev[rouw] van Harden- broek van Arnhem is hier ook nog dus zien wij af en toe nog al kennissen. Hebben Arnold en Daan al belet gevraagd ? Meurs was zoo goed het Daan te proponneeren toen hij bij ons was, en zij stelden er zig 30 veel plaisir van voor. En 't moet nu gebeuren intusschen dat Weerts thuis is, want vertrekt die weer om mij op te halen, dan moet Arnold weer het Kantoor waarnemen. Hij red zig bijzonder goed en W[eerts] is ten uiterste tevreden over zijne brieven, Die lieve Jongen heeft goed bij Charlier geprofiteerd en heeft zijn 35 eige lief hartelijke caracter behouden. Ik verlang dat gij l[ieden] hem ook eens ziet. Blz. 5 1 Nu hebt gij tog genoeg te lezen lieve zusje. Het speet Luus regt hartelijk ik zoo lang van huis ging. Zij heeft deze zomer weer niet vrolijke begonnen. De dood van nigt treft haar zeer, en 't vooruitzigt van de meisjes is allertreurigst. Zij schreven 5 ons van huis dat thans Bert en Gobius met zijn vrouw voor weinige dagen bij haar was. Die laatste had zij nog liever niet gehad omdat die zoo voor pretjes is. Betsy Sypkens is nog bij haar. Daar aan heeft zij een lief gezelschap. Na mijn retour komt die ook nog bij ons. Zij is een allerliefst meisje. Kort voor 10 ons vertrek was Keetje ook een paar dagen niet wel, dat haar zeer inquietteerde maar 't was maar gevatte Koude. Ik vind haar evenwel niet aangekomen maar wel gegroeit. Reyer is zeer groot voor zijn jaren, maar ziet ook bleek. Ontvangt nu benevens Meurs en Betzij de hartelijke groeten, 15 ook van Annette, en gelooft dat steeds met zusterlijke liefde aan U denkt. Uwe liefhebbende Maria Weerts neemt deze mede dus ontvangt gij dezelve wat later.
Naar brieven index
<<< Terug <<<