Bron: FAW




Verklaring:

Brief d.d. 22 april 1828 van Anna Maria Weerts - de Jongh (*1782) vanuit haar huis Marienberg in Arnhem aan haar jongere zuster Johanna Sophia Lucia (Jans) van Meurs - de Jongh (*1787) wonende in huize Hulsthorst bij Harderwijk.

Personen:
Alexander: Coenraad Alexander (1819-1828), zoon van het echtpaar Weerts - de Jongh.
Luus: de weduwe Lucia Maria Kallenberg van den Bosch - den Jongh (*1789), zuster van briefschrijfster.
Daniel de Jongh en zijn engelse vrouw Mary Smith.
Tilanus: De huisarts.
Suurman: Professor ter ondersteuning van de huisarts.
Jannus Cremer: Adriaan Cremer een zakenrelatie van Weerts en aangetrouwde familie via de eerste echtgenoot van Maria.
Bert: ?
Nigt:Waarschijnlijk een nigt uit de van den Bosch familie (Uitzoeken]
Keetje: Cornelia Lucia Maria (*1820) dochter van het echtpaar Kallenberg van den Bosch - de Jongh
Betzij: Antonia Elizabeth (*1812) dochter van het echtpaar Van Meurs - De Jongh.
Jan en Betzij: Johannes de Jongh (*1779), broer van briefschrijfster en zijn vrouw Betzij de Jongh: Elizabeth Maria de Jongh - van Hoytema (*1784).
Betzij: Antonia Elizabeth (*1812) dochter van het echtpaar Van Meurs - De Jongh.


Poelepetaat: parelhoen.
Calesch: type rijtuig.


Blz. 1



			Marienberg den 22 April 1828 

1	Ditmaal ontvangt gij maar weinige regelen ter geleide 
	van de mandjes, lieve Zusje! hartelijk dank voor het ge-
	zondene, Alexander was regt verheugt met de Poelepetaat. 
	Het blijft met dat lieve kind al op dezelfde hoogte, egter 
5	zedert een paar dagen zeer weinig koorts, ook eet hij weer 
	met smaak, maar hij is nog nooit zoo zwak geweest 
	en zoo zienderoogen vermagerd hij. Vannagt had hij weer 
	een heel onrustige nagt. Hij sliep vast geen half uur agter 
	een, en ik dus ook niet. Ik kan dus ook haast niet voort 
10	van moeiheid en pijn in de rug, het verwonderd mijzelf 
	het zoo lang te kunne uithouden en nog meer dat die 
	lieve jongen niet bezwijkt. God! ondersteune hem verder 
	en zegene de middelen tot zijne herstelling aangewent.
	Dit is onze eenige hoop en dagelijksche bede!  Onze
15	jonge groenten beginnen nu ook aan te komen. Beroofd 
	er u zelve dus niet meer van. Gaarne zond ik U in het 
	mandje wat zalm, dan het is thans een zeldzaamheid als 
	er een komt. 
	Voor weinig dagen was er reeds een brief aan Suurman 
20	klaar, maar om dat hij toen iets beter wierd , wilde Tilanus 
	liever eenige dagen wagten, en niet zoo pressant schrijven 
	maar hem eenige tijd tot arangement voor zijne over
	komst laten; want wij blijven tog bij het besluit van 
	hem hier te late komen, voor een consult  met Tilanus.
25	Hoe ook, wanneer de beterschap mogt toenemen ons 
	lieve kind verder moet behandeld worden, en omtrent de 
	baden, daar hij dan nog wanneer wij zoo gelukkig zijn hem 
	te moge behouden, lang zeer lang met de grootste zorg  
	zal moeten geobserveerd worden. 
30	Ik ontving voor een paar dagen een brief van Luus, zij verwag-
	te Daan en Mary zondag bij haar, om tot vrijdag te blijven. 
	Ook was Bert er nog. Vertrok ook in deze week, zij zal het 
	dus in haar kleine huisje vol hebben; gisteren zouden 

Blz. 2

1	zij de verjaardag van Keetje vieren, die zondag jarig was. 
	De nieuwe Calesch van Jan staat reeds [in] onze stal en is
	zeer mooi uitgevalle, het koetshuis is bij hem nog niet 
	klaar dus verzogt hij ons ze zoo lang te bergen; wat 
5	zal Betsij blijde zijn! 
	Cremer is al weer buiten, maar nog zeer sukkelende 
	in May hoopt hij tog op reis te gaan. 
	Ontvangt van alle de hartelijke groeten en vermeld de 
	onze aan Meurs en Betzij. Wat is het tog jammer gij vast 
10	weer laat buiten komt. 't zien ontwikkelen van het eerste 
	groen is zoo aangenaam, ofschoon ik er thans weinig 
	genot van heb, als het uit de ramen te zien, en tog 
	contribueerd het heerlijke uitzigt, om niet geheel moe-
	deloos te worden. Luus zal ook niet vroeg op de H[eiligen] berg
15	komen. De oude Nigt v[an] d[en] Bosch blijft sukkelende 
	en vrezende voor Waterzucht. 
	Geniet steeds gezondheid met de uwe en denk veel 
	aan uwe liefhebbende zuster Marie 

20	Ps: de Kieltjes ontvang ik eerdaags, maar de laatse 
	opgaaf van de lengte kwam te laat, dit vreesde 
	ik wel,'t is dus buiten mijne schuld. Adieu ! 

	Woensdag: Alexander was gisteren avond zeer benauwd
25	dat W[eerts] nog om elf uur na Tilanus ging. Hij sliep egter.
	vannagt vrij goed maar ziet er akelig uit.
	Zoo er nog nog zalm aan de markt is krijgt gij die en
	anders moete de mandjes ledig gaan.


	




Naar brieven index

<<< Terug <<<


hdebie45.deds.nl/Genea