Bron: FAW




Verklaring: Brief ongedateerd naar schatting rond eind september 1821 (*) van A.M. (Mietje) Weerts de Jongh aan haar zuster J.S.L. (Jansje) van Meurs de Jongh. Het oudste zoontje Arnold (*1810) van het echtpaar Weerts -de Jongh is ernstig ziek geweest en lijkt wat beter te worden. Broer Erdwin en zijn vrouw Emilie (zij is behalve een schoonzuster ook een zuster van Mietjes man) zijn op bezoek. . Het echtpaar Van Meurs de Jongh heeft een dochter Betsij (*1812) *) Datering op basis van de verloop van ziekte van Arnold in vergelijking met de brief van Mietje aan Jans van 26 october 1821 brief van Mietje aan Jans van 26 october 1821

Andere personen:
  • Daan= Daan de Jongh een broers van de zusters.
  • de Runk en van der Berg= Artsen ?
  • Staat Everts
    Vreemde woorden:
  • disperant
  • pui(s)sant dik= Hier in de betekenis van zeer dik.
  • inquiteeren= Zorgen maken


    
    
    	
    
    [blz. 1]
     
    1 					Vrijdagmorgen	
    
    	Met weinige woorden moet ik U l[ieden] tog verblijden 
    	beste zusje en u de toenemende beterschap van onze 
    	lieven Arnold melden. Hij wint weer merkbaar 
    5	in kragten is veel vrolijker en heeft zijn gehoor 
    	zeer goed terug maar de spraak komt nog niet.
    	Dan de Runk en van der Berg schijnen zig niets 
    	meer te inquiteeren nu het gehoor terug is. Gij 
    	kunt denken hoe verheugd en dankbaar wij zijn, 
    10	maar hijgend verlangen wij tog een woordje van 
    	hem te horen. Dit kunt gij ligt beseffen. Weerts verbeelde 
    	zig vanmorgen hem ja te horen zeggen. Verbeeld U 
    	dat, dat het maandag tog al drie weken wordt hij geen 
    	enkel woord meer heeft gezegt en morgen vier 
    15	weken hij ziek wierd. Hij kan daags nog niet meer 
    	dan een half uurtje opzitten en dan hangt hij op de 
    	stoel en zelf verleggen kan hij nog in 't geheel niet. 
    	Wanneer hij begint te huilen is het meestal om 
    	eens in een andere positie te liggen. Na dit alles 
    20	kunt gij de zwaarte der ziekte afmeten. Hij is 
    	zoo mager als een hout. 
    	In de eerste vier weken kan hij vast nog niet met ons 
    	bij U l[ieden] komen. Ook is de last van drie kinderen 
    	in de stad veel groter voor U dan buiten. Wij 
    25	schrijven uw dus hier over eens nader, ofschoon 
    	ik gaarne een uitstapje maakte wanneer alle 
    	de onaangenaamheden voor mij uit den weg zijn 
    	geruimd. 
    
    [blz. 2]
    
    1	Staat Everts zijn vrouw is voor bijna veertien dagen 
    	van een zoon bevallen. Hun vreugde was onbeschijfelijk 
    	maar helaas van korten duur. Zij heeft aller zwaarste 
    	koorzen gekregen en is nog doodzwak. Maar 
    5	verbeeld U dat het kind eergisteren is gestoorven 
    	en zij weet er niets van. Ook durft men het 
    	haar niet te zeggen want men is voor haar behoud 
    	ook zeer bedagt geweest. Hij is disperant en 
    	ziet er allernaarst uit. 
    10	Wien en Emilie zijn zedert eergisterenavond 
    	hier. Wat worden die puisant dik ! Daan zullen 
    	wij en Gij l[ieden] ook niet zien. Hij vertrekt of is al 
    	over Deventer na Utrecht vertrokken. 
    	Adieu lieve zusje omhels Meurs en Betsij. 
    15	Uwe oprecht lievende zuster Mietje
    
    Veel cour.: van W. 
    
    
    [Adres:]
    
    
    
    




    Naar brieven index

    <<< Terug <<<




    hdebie45.deds.nl/Genea