Bron: FAW


Verklaring: Brief d.d. 25 -01-1820 van Mietje Weerts-de Jongh aan haar zusje Jans van Meurs - de Jongh. Mietje reageer op het zojuist ontvangen bericht dat Jansje kortgeleden een miskraam heeft gehad. Jans verblijft kennelijk op hun buitenplaats Hulshorst nabij Harderwijk waar Van Meurs notaris is. Hij is sinds tevens 1818 Lid van Provinciale Staten van Gelderland.




[blz. 1]

1				Arnhem den 25 januari 1820

	Beste zusje. Diep trof ons de zoo droevige en tevens on-
	verwagte tijding van U l[ieden] bittere teleurstelling. Dubbel tref-
	fend is dezelve daar gij nu weet dat U l[ieden] wensch dubbeld zou 
5	zijn bekroont geweest. God heeft zeer zeker zijne wijze inzig-
	ten met U l[ieden] nu in 't kort zoo veel rampen te doen gevoelen 
	maar die zijn vooral voor treurende harten moeilijk te 
	doorgronden en mijne troostreden zijn ook te zwak. Niets 
	kan U l[ieden] ook in deze oogenblikken eenige troost verschaffen 
10	dan alleen de Godsdienst. Daardoor wordt men gesterkt om 
	smartelijke lotgevallen met onderwerping te dragen en ont-
	vangt men de overtuiging dat alles wat ons treft alleen 
	door God wordt bestierd, die een wijs en liefderijk vader is. 
	Uit de twee laatste brieven van Meurs hadden wij niet kunnen 
15	zien dat gij U eenigzints onwel gevoelde. Hij schreef wel van 
	wat verkouden. Wij dagten dus niet het van aanbelang was en 
	vooral dus niet dat er eenige questie was van een miskraam 
	en daar wij zedert de dood van den tuinman al drie brieven 
	van Meurs ontvingen flatteerden wij ons dat die schrik geen 
20	nadeel zou gedaan hebben Woonden wij nu in eene plaats 
	dan was ik dagelijks bij U en was U gaerne in alles van dienst.
	Nu is het niet mogelijk bij U te komen vooral in dit on-
	gunstige saisoen. Ik verlang dus onbeschrijflijk na nadere 
	tijding door Meurs van U beste zusje. U de stilte aan te
25	rade is nu niet noodig daar gij die buiten zijnde
	ten volle kunt genieten maar gij moet U verder in alles 
	goed soigneeren alsof het ordinaire kraam was. 

[blz. 2]

1	Ik had zondagavond aan U geschreven en wilde die brief 
	gisterenmorgen op de post doen toen wij 't treurige bericht 
	van Meurs ontvingen. Ik heb dezelve dus verscheurt. 
	Ik wensch hartelijk dat gij uwe verloorene krachten spoedig 
5	zult terug krijgen. Het buitenverblijf zal hiertoe wel het 
	meeste bijdragen en is ook het aangenaamst in U l[ieden] 
	tegenwoordigen zielsgesteltenis. Egter moet gij U beide 
	niet te veel aan dit gevoel overgeven en te veel aan de 
	menschelijke saamenleving ontrekken. Gij vindt vast onder 
10	uwe kenissen te Harderwijk ook veel deelneming. Wie 
	hebt gij thans bij U gelogeerd ? 
	Mogten wij tog spoedig door goede tijding van u verblijd worden. 
	Hartelijk omhelzen wij U l[ieden] in gedagten. Mij steeds noemende 
						Uwe hartelijk lievende
15	Weerts zal nader eens		 	en oprecht deelnemende 
	aan Meurs schrijven			zuster Mietje


[Adres:]

				Madame 
				Madame J.S.L. van Meurs 
				Nee de Jongh 
					a 
				Harderwijk




Naar brieven index

<<< Terug <<<




hdebie45.deds.nl/Genea