Bron: FAW
[blz. 1] 1 Arnhem den 19 februari 1817 Indien ik zusjelief maar weer de pen niet opneem kun- nen er nog weken verlopen dat wij niet van elkanderen vernemen want het schijnt dat gij in [he]t geheel geen lust meer 5 tot schrijven gevoeld. want indien ziekte er de oorzaak van was kregen wij ten minste eenig berigt van Meurs. Met onze lieve kinderen zijn wij zedert eenigen tijd aan [het]t sukkelen zij hebben alle de kinkhoest [he]t is met Arnold begonnen nu wel 6 weken geleden dat hij sterk begon te hoesten maar 10 de B... flatteerde ons lang het maar zwaare verkoudheid was maar toen Lucietje ook begon en hij het een regt hoorde be- kende hij tog het kinkhoest was. Arnold is nu veel beter maar de andere hoesten nog sterk en Lucietje is er zoo benauwd bij dat men haar met moeite vast kan houden 15 voor enige dagen was ik met de kinderen alleen en had Santje op schoot om aan te kleeden Lucietje kreeg een vlaag van hoesten. Ik hield haar in mijn arm maar van benauwdheid rukt zij zich los valt op de grond en tegen de schoorsteen een groote buil aan haar hoofje. Gij kunt denken hoe ik 20 schrikte want dagt wezentlijk dat het kind stikte en wist het kleintje niet zoo schielijk waar te laten en lei haar maar plat op de grond in haar bed gaat zij regt op staan en zou er zoo uitvallen zoo men haar niet goed vast hield Zij staat ´s nagts voor ons bed en met haar en de anderen die [blz. 2] 1 wanneer zij beginnen te hoesten alle moeten geholpen worden. Is vrij wat te stellen. Ik slaap geen eene nagt goed en daags heb ik ook weinig rust want als kinderen niet wel zijn en vooral aan een zoo lastige ziekte zijn zij meest verdrietig ik 5 heb een Engelsch middel van Rotterdam gekregen om hun mede op de maag te wrijven en dit moet alle avonden voor de hete kachel geschieden het mede verloopt wel en eer dit is afgelopen en dan zweet ik er van en heb meest hoofpijn ik ga dus ook bijna niet uit om .. het mooie weer wat 10 wandelen. Krijgt gij nog al druk brieve van Lucie ? ik kan nog al niet klagen maar zij heeft ook nog weinig te doen ik heb de geheele winter nog een kleine logeergast bij de mijne Arnold Wentholt net zoo oud als mijn Arnold die klantje[s] 15 kunnen wij het hoofd wel eens warm maken in .. mag mijn Arnold al zedert zes weken niet school gaan. Wij hebben een onverwagt bezoek van Anneke gehad maar voor ene nagt. Zij zag er vrij goed uit en liep ook goed. zij vroeg mij of gij het overhempje ontvangen had. hebt gij haar daar 20 voor niet eens bedankt ? Zij komt in [het]t kort weer eens bij ons logeeren in de maand may hoop ik nog het uitstapje na Rotterdam te doen zoo wij door geen ziektens verhinderd worden want daar ik in de naazomer mijn vijfde spruit verwagt moet ik voor die tijd het nog eens wagen. Ik had het [blz. 3] 1 zoo gaarne het lieve getal van twee jongens en twee meisjes gehouden maar wat zal men er tegen doen. Ik had het met plaisir aan Lucie overgelaten die er vurig na verlangd van mary zult gij ook wel weten dat die met 5 may moet kraamen niet in Arnhem is is het ook zonder ophouden. ... verwagt haar tweede in july. Alle menschen willen dat Ariaane ook weer moet kraamen. Ik wensch hartelijk voor haar van neen. Gaat gij dit winter weer weer zoo veel uit als het vorige 10 Hier is het van [he]t jaar zeer stil vanavond is eerst het tweede bal. Nu leg ik de pen neer en verwagt ten aller spoedig- ste antwoord van u. Hoe maakt het de lieve Betsij ? Is zij gezond ? Lucietje spreekt nog dagelijks van haar en als ik spreek van uit rijden te gaan dan wil zij nergens anders na toe als na nigtje Betsiij. wij omhelzen Ul[ieden] regt hartelijk in gedagten en ben steeds uwe oprecht lievende Mietje [Adres;] Madame Madame A.S.L van Meurs nee de Jongh Harderwijk
Naar brieven index
<<< Terug <<<