Bron: FAW
1 Hage 8 September 1804 Mijn hartelijk geliefde Mietje, 5 Nimmer mijne beste, is het in mijne gedag- ten opgekomen om uw uitstel van mij te schrijven op rekening van eenige de minste gevoelloosheid van uwe zijde te stellen. Hoe weinig moet ik het gevoel 10 van uw hart kennen, hoe onregtvaar- dig zoude ik tegen u handelen, indien ik zulks deed. Neen lieven engel wees daarop volkomen gerust. Ik heb geen schriftelijk bewijs nodig om van uwe 15 liefde en vriendschap te mijwaarts overtuigd, volledig overtuigd, te zijn en even zeer a1s gij weet hoe mijn hart tot u van liefde, van hartelijke, van medeljdende liefde overvloeijd even- 20 zeer weet ik dat mijne lieve Mietje haaren oom de tederste genegenheid toedraagt. Wat ik voor U gedaan heb waarover gij uwe erkentelijkheid wederom met nadruk uitlaat was 25 van mijn zijde pligt, strenge pligt. Lijdende zijn het eerwaardiger ge- deelte der menschheid zegt Bremeyen en hij die deze waarheid miskend ver- dient den eerenaam van mensch 30 niet. En is dit in het algemeen waar, hoeveel te meer moet dit dan waar zijn wanneer banden van vriend- schap of die des bloeds de verpligting om lijdenden te hulp te te komen ver- 35 hoogen en wanneer dan nog daaren- boven het gevoelig hart, braaf, cha- raeten en zagte aart van de lijden- de persoon dus de volvoering van den pligt zoo aangenaam als gemak- 40 kelijk gemaakt. Temeer nog wanneer de lijdende behoord tot dat zwakkere en eerwaardige geslagt dat deze dubbele zorg en liefde verdient en eindelijk nog des te meer naarmate 45 de ramp die de lijdende persoon treft zwaarder, duldelozer is. En bij u mijn lieve kind liep dit alles tezamen . En hoe pligtmatig wierd het de pligt voor mij alles wat ik konde ten uwen 50 hulp en troost bij te brengen. En hoe ge- makkelijk heeft gij mij door uwe zagt- heid liefde en deugd die pligt niet ge- maakt. En hoe heerlijk ben ik er door uwe liefde en erkentenis niet voor beloond 55 geworden. Ja lieve Mietje hartelijk wenschte ik u eens te zien. Dan daartoe is voor uwe te- rugkomst naar Holland geen appa- rentie, want mijne bezigheden gedo- 60 gen geen uitstap naar Gelderland. Hoezeer ik ook begerig zoude zijn om eens eenige weeken bij mijne vrien- den buiten van mijnen arbeid en moejelijkheden uit te rusten. Maar ik 65 zal tot een vrede geduld moeten oeffenen eer mij dat gebeuren mag. Hoogst belangrijk en tevens heevigst ver- blijdend was mij u en uwer vaders berigt van het (....) dat de buiten- 70 lugt en beweging aan uwe gezondheid en die van papa en Jan heeft ge- daan. Die gezondheid neme verder toe. Ligchamelijke zwakheid en krankheid verzwaren het lijden der zieke. Dit is 75 een noodwendig gevolg van derzelven (.....) verband. Met dank mijn lieve kind voor uwe wenschen tot mijner geboor- te dag. Wanneer ik verkrijg wat u hart mij wenscht zoude ik apparent te 80 gelukkig zijn. Het spijt mij zeer dat de oudelui naar Dusseldorp gaan om het verlies dat gij door het vertrek van uw zuster Antje lijden zult. Maar ik denk als gij eerst op u zelven zijt dat 85 gij haar dan nog wel eens bij u zult krijgen. En het is ook waarlijk voor dat lieve meisje geen aangename verhuizing. Zij zal te Dusseldorp niet vinden dat zij in Rotterdam had. 90 Levendig gevoel ik mijn lieve Mietje de angstige en treurige gewaarwordingen welke u bezielen moeten op het denk- beeld van het, van veele herineringen afgezonderd, buitenverblijf met Rotter- 95 dam te moeten verwisselen. Zoude dezelve eenigzints geleenigd kunnen worden door eerst eenige dagen bij ons te koo- men en daar uwe famille te ontmoe- ten ? Kan dit niet, wapen u dan met 100 moed en lijdzaamheid. Hoe dit ook zij het blijft bij onze, tijdes uwe vertrek, gemaakte afspraak dat gij den winter tusschen Den Haag en Rotterdam verdeelt. Uw bed staat altoos klaar en vertrouw dat gij 105 mij in deze verwagting niet teleur zult stellen daar zijt gij te billijk toe. Nu mijn beste Mietje vaarwel. God zij met u. Hij sterke en trooste u in uw lijden. Groet hartelijk uw lieve papa en zusters. 110 Wij omhelzen u in gedagten en ik ben voor altoos met de tederste toegene- genheid Uw hartelijk lief- hebbende oom F.H. Raeber
Naar brieven index
<<< Terug <<<