Bron: FAW


Brief d.d. 8 september 1804 van Oom Frederik Hendrik (Frits) Raeber (*1761) aan zijn nicht Ana Maria (Mietje) de Jongh (*1782). Mietje die sinds mei van dat jaar weduwe van H.C. van Oven is, verblijft waarschijnlijk bij haar familie op het buiten De Rotterdamsche Kopermolen bij Apeldoorn. Oom Frits heeft een positie bij het "Keizerlijk" gerechtshof in Den Haag.
Haar "Oudelui" die naar Düsseldorf verhuizen zijn waarschijnlijk haar schoonouders van Oven.


1	                        Hage 8 September 1804
	
	Mijn hartelijk geliefde Mietje,
	
5	Nimmer mijne beste, is het in mijne gedag-
	ten opgekomen om uw uitstel van mij
	te schrijven op rekening van eenige  de
	minste gevoelloosheid van uwe zijde te 
	stellen.  Hoe weinig moet ik het gevoel 
10	van uw hart kennen, hoe onregtvaar-
	dig zoude ik tegen u handelen, indien 
	ik zulks deed. Neen lieven engel wees 
	daarop volkomen gerust. Ik heb geen 
	schriftelijk bewijs nodig om van uwe 
15	liefde en vriendschap te mijwaarts 
	overtuigd, volledig overtuigd, te zijn en
	even zeer a1s gij weet hoe mijn hart 
	tot u van liefde, van hartelijke, van 
	medeljdende liefde overvloeijd even-
20	zeer weet ik dat mijne lieve Mietje 
	haaren oom de tederste genegenheid 
	toedraagt. Wat ik voor U gedaan heb 
	waarover gij uwe erkentelijkheid 
	wederom met nadruk uitlaat was
25	van mijn zijde pligt, strenge pligt.
	Lijdende zijn het eerwaardiger ge-
	deelte der menschheid zegt Bremeyen
	en hij die deze waarheid miskend ver-
	dient den eerenaam van mensch
30	niet. En is dit in het algemeen waar,
	hoeveel te meer moet dit dan waar
	zijn wanneer banden van vriend-
	schap of die des bloeds de verpligting
	om lijdenden te hulp te te komen ver-
35	hoogen en wanneer dan nog daaren-
	boven het gevoelig hart, braaf, cha-
	raeten en zagte aart van de lijden-
	de persoon dus de volvoering van
	den pligt zoo aangenaam als gemak-
40	kelijk gemaakt. Temeer nog wanneer
	de lijdende behoord tot dat zwakkere
	en eerwaardige geslagt dat deze
	dubbele zorg en liefde verdient en
	eindelijk nog des te meer naarmate
45	de ramp die de lijdende persoon treft 
	zwaarder, duldelozer is. En bij u mijn 
	lieve kind liep dit alles tezamen .
	En hoe pligtmatig wierd het de pligt 
	voor mij alles wat ik konde ten uwen
50	hulp en troost bij te brengen. En hoe ge-
	makkelijk heeft gij mij door uwe zagt-
	heid liefde en deugd die pligt niet ge-
	maakt. En hoe heerlijk ben ik er door
	uwe liefde en erkentenis niet voor beloond
55	                                  geworden.
	Ja lieve Mietje hartelijk wenschte ik u
	eens te zien. Dan daartoe is voor uwe te-
	rugkomst naar Holland geen appa-
	rentie, want mijne bezigheden gedo- 
60	gen geen uitstap naar Gelderland.
	Hoezeer ik ook begerig zoude zijn om
	eens eenige weeken bij mijne vrien- 
	den buiten van mijnen arbeid en
	moejelijkheden uit te rusten. Maar ik 
65	zal tot een vrede geduld moeten
	oeffenen  eer mij dat gebeuren mag.
	Hoogst belangrijk en tevens heevigst ver-
	blijdend was mij u en uwer vaders
	berigt van het (....) dat de buiten-
70	lugt en beweging aan uwe gezondheid
	en die van papa en Jan heeft ge-
	daan. Die gezondheid neme verder toe.
	Ligchamelijke zwakheid en krankheid
	verzwaren het lijden der zieke. Dit is
75	een noodwendig gevolg van derzelven (.....)
	verband. Met dank mijn lieve kind
	voor uwe wenschen tot mijner geboor-
	te dag. Wanneer ik verkrijg wat u hart
	mij wenscht zoude ik apparent te
80	gelukkig zijn. Het spijt mij zeer dat
	de oudelui naar Dusseldorp gaan om
	het verlies dat gij door het vertrek
	van uw zuster Antje lijden zult. Maar
	ik denk als gij eerst op u zelven zijt dat
85	gij haar dan nog wel eens bij u zult krijgen.
	En het is ook waarlijk voor dat lieve
	meisje geen aangename verhuizing. Zij
	zal te Dusseldorp niet vinden dat zij
	in Rotterdam had.
90	Levendig gevoel ik mijn lieve Mietje de
	angstige en treurige gewaarwordingen
	welke u bezielen moeten op het denk-
	beeld van het, van veele herineringen
	afgezonderd, buitenverblijf met Rotter-
95	dam te moeten verwisselen. Zoude dezelve 
	eenigzints geleenigd kunnen worden
	door eerst eenige dagen bij ons te koo-
	men en daar uwe famille te ontmoe-
	ten ? Kan dit niet, wapen u dan met
100	moed en lijdzaamheid. Hoe dit ook zij het
	blijft bij onze, tijdes uwe vertrek, gemaakte
	afspraak dat gij den winter tusschen
	Den Haag en Rotterdam verdeelt. Uw bed
	staat altoos klaar en vertrouw dat gij
105	mij in deze verwagting niet teleur zult
	stellen daar zijt gij te billijk toe. Nu mijn
	beste Mietje vaarwel. God zij met u. Hij
	sterke en trooste u in uw lijden. Groet
	hartelijk uw lieve papa en zusters. 
110	Wij omhelzen u in gedagten en ik ben
	voor altoos met de tederste toegene-
	genheid                 Uw hartelijk lief-
	                             hebbende oom
	                             F.H. Raeber




Naar brieven index

<<< Terug <<<


hdebie45.deds.nl/Genea