Bron: FAS
1 Teder geliefde Daantje, Om mijne brieven ook niet altoos even eens te beginnen zal ik in dese een begin maaken met u edele een wijnigje te beknorren dat ik nog niet eene loftuyting van u edele gehad hebbe wegens de 5 lange brieven die u edele tot nog toe van mij ontfangen heeft. Maer ik schrijf het hier aan toe, gij zult denken Luusje heeft niet anders te doen. Maer dat is so niet. Ik kom eer tijt te kort als niet te weten wat te doen. Dog zal ik, evenwel als het mij mogelijk is, desen ook weder tragten te vollen. 10 In de eerste plaatze kan ik nu het genoegen hebben u edele [on] zer aller goede welstand te vermelden en mijne hertelijke vreugde betuygen wegens de goede tijding desaengaande van u edele mijn waarde schat, mama en alle verdere vrinde ont- fangen. Vader is nu genoegzaem weder wel, maer zints mijn 15 laasten heeft sijne edele een dag of 3 zeer ongestelt geweest en eene nagt een vrij sware koorts gehat waer op een sterke ontlasting gevolgt is, die sijne edele so spoedig geredt heeft. De heer van Wijgaer- de heeft pillen voorgeschreven, die sijne edele thans gebruykt en oordeelt de lugt verandering in den herfst of winter volstrekt 20 noodzakelijk, so dat ik hoop sijne edele mij mischien wel thuys zal brengen of in de winter met u edele een tourtje tot onsent doen. Maer u edele weet, vader is niet om lang ten vooruyt iets te resolveren. Onse lieve kindertjes zijn nu so als het mij toeschijnt fris en gezond en worden, bezonder Wientje, 25 wild als craayen. Zij zijn niet in huys te houden. Van 8 tot 8 is er pas zo veel tijt om te eten of te drinken, of Wientje roept al weer: uytjes dag gaen. Altemets rijt hij het Loo door op een koey. Daer Aerent hem vast hout en een jongetje dezelve, lyt . Zij slaapen des nagts ook heel 30 gerust en zijn zoet en gehoorzaam al is er papaatje niet bij. Aerent is papa voor Daantje want hij heeft voor niemant meer ontzag. Neeltje heeft het hier bezonder na haer genoegen en zou haer kinderen bij haer hebbende hier wel altijd willen blijven. 35 Wij hebben gepasseerde zondag een brief van broer Fris gehat, die in Friesland een goede welstand geniet en ‚n van tante Fransje, daer u edele van de week ook zeker een brief van gehat heeft om dat haare edele ons melde zulks haer voornemen te zijn. 40 Mevrouw Rochet is weder gantsch niet wel geweest so dat doctor Westenberg van Deventer gehaald is die, er even- wel geen zwaarigheit in stelt, Maar Brinkhuys stelt het zo ligt niet. Haer edele is nu weder redelijk, so als ook domin‚ Davervelt die een rijpaert gekogt heeft, daer sijne waardige edele nu da- 45 gelijks gebruyk van maakt. Juffrouw Koosje van Berken is ook weder aan het zukkelen maer de oude luy zijn welvarende. U edele ontfangt de hertelijke groeten van al die vrinden, als mede van mevrouw van Hamel en haer oudste zoon. Gozewijn heb ik niet gezien. Zo als ik u edele 50 ook reciproque al de complimenten verzoeke aan die vrin- den daer ik ze van ontfangen hebbe en onse waarde mama hertelijk voor mij te omhelzen als ook voor vader die u edele zulks ook is doende, nevens moeder en suster Antje 55 Van herten is het mij aengenaam Daantje lief dat gij uw zo wel divorteert. U edele moet maer zo continueeren tot ik wederom kom en ik hoop dat gij niet zulke zwakke buyen hebt als ik. Maer gij zijt ook niet in mijn omstandigheden en konde ik des nagts maer wat beter doorslaapen dan zoude het 60 ook nog beter gaen. Ik verlang zeer na uwe volgende om tog te weten wie of woensdag en donderdag uwe gasten geweest zijn en hoe u edele hun onthaalt heeft. Om de keuken denkende weest tog zo goed lief, Claar eens, zo het nog niet geschiet is, aen inleggen van snij en princesse boontjes te herinneren, 65 want ik vrees dezelve met de groote droogte anders te hart zullen worden. Ik hoop u edele haast met een keukmeyt sla- ge zal om dees van die zorg bevrijt te zijn. Zo u edele doctor ten Haef eens mogt spreken sijne edele te verzoeken occasie hebbende eens te informeren of onse gehuurde minne sig wel com 70 porteert en mij eens te schrijven hoe of onze Gorge vaart. Ik sta zeer te kijken van Jannetje van Tante Jansje mae[r] tante Anaatje zegt dit geen nieuws is en het wel weer bijgelegt zal worden. Ik bedank u edele zeer voor het gezondene mandje dat ik [.....] 75 dag wel ontvangen hebben en vader bedankt zeer voor de tabac, u edele hebt dunkt mij lekkerder snuyf als ordinaer gezonden om mij eens te tracteeren. Nu zal ik u edele op je ontbijt met de vertelling, hoe ik mijn tijt zints mijn laatsten doorgebragt heb, amuseeren hoop ik. 80 Zondag heb ik na kerk tijt een uurtje of 2 bij mevrouw van Hamel gepasseert en maandag middag met oom en tante en mijnheer en juffrouw van Berken bij haer edele ten eten geweest en zeer vrindelijk ontfangen na den eten moest vader en moe- der Berkens na Kootje en Gilletje. Zo als tante zijde moest 85 met haer edele boodschapjes op het dorp gaen b...even en sus- ter Antje die mede daer was moest eens een visite aen Do- min‚ doen, zodat ik alleen bij mevrouw bleef en met haer edele zat te keuvelen. Ik vinde haer edele niet zo afgevallen als ver- wagt hadde. Dingsdag heeft Brinkhys bij ons gegeten en 90 's avonds heb ik met Antje gewandelt. Woensdag [o]gtent met Wientje in het park gewandelt daer ik uytgeroepen weird, om dat professor Abresch van Groningen aen huys was, die om half 1 weder vertrok. Wanneer de heer van Wijngaerde met zijn vrouw arriveerde, die het middagmael bij ons hielden, 95 na de eten wandelden en om half 6 weder vertrokken. De kindertjes waren met Neeltje bij Herman te visite en des maendags zijn zij na Eikbergen bij de jager Moor ge weest. Des avonds heb ik nog weder met suster Antje gewan- delt. U edele ontfangt zeer het compliment van de gasten van 100 dien dag. Donderdag zijn Antje en ik met de kindertjes, Liezabet en Noeltje op de molen bij tante geweest. En oom reet met het wagentje na het Loo terug om de middag bij vader te passeeren, Daer wierd gesmolten, dat voor de meyden iets 105 raars om te te zien was. En die vervolgens met vrouw Heering met haer 6 kinderen met de onse en de meyden van tante alles bezagen en al het volkje gongen bezoeken en dat avonds op chocolade onthaalt wierden. Terwijl wij met tante een booterhammetje met vrugten gebruykten en 110 om 9 uur na huys keerden. Zijnde de kleyntjes allerliefst geweest. Gisteren zijn oom en tante bij ons ten eten ge- weest. Wientje is haer edele met tante Antje met het wagentje wesen afhaelen en heeft met ons een wandeling tot agter Louizenburg gedaen vervolgens heeft vader oom en ik 115 nog een partijtje ombre gespeelt. Hedenmorgen ben ik met de chaise na hetWolthuys geweest en heb de menschen daer alle wel gevonden, uytgezondert vrouw Bosgoed die maer even van de stoel op het bet kan komen. Het was gelukkig als het mensch stierf want heeft nu 120 een naer leven. Ik heb haar een fles witte wijn gegeven daer zij trek toe hat. Met Berent heb ik een wandeling van een paar uur gedaen. De nieuwe velt allee groeyt schoon als ook het elze bosje dat u edele heeft laten poten en het starere bosje dat hij in het voorjaare bepoot heeft zijn al 125 stekpen van 4 voet in .De wip van de put op Sprenkeler was vergaen en daer zou hij een van de oude berg roeden toe gebruyken om een nieuwe te maken. De boer van Sprenkeler had hem nog 40 gulden aen saetpagt gebragt, die hij aen de heer van Hamel gegeven hat, zodat hij daer van nu 130 niet meer als 32 stuivers schuldig was. Op 4 na heeft oom al de hoenders van het Wolhuys ontfangen, maer Bosgoet heeft nu een broey- se hen, die zou hij in de plaats van aenstaende voorjaar laaten broey- en dan hat gij dese winter daer komende jonge hoenders. Mij dukt da[t] dit goet was, maer schrijft mij uw gedagten daer over. En de boer van Spren- 135 keler hoeft je nu nog
Naar brieven index
<<< Terug <<<