Bron: FAW




Gedicht d.d. 14-10-1830 door dominee Overduijn ter gelegenheid van het overlijden van Anna Maria Weerts geb. de Jongh(*1782) op 14 october 1830.

Magen: Familie








Ontboezeming bij het overlijden van vrouwe Anna Maria Weerts geb[oren] de Jongh, den 14 october 1830. ------ Zij rust, de zalige, haar strijd is uitgestreden en met haar jongsten snik had ook haar leed een eind. zij rust die hier haar taak bij 't geen zij heeft geleden in ootmoed en geloof en liefde heeft voleind. Vrij moogt het weenend oog op 't dierbaar hulsel staren, 't ligt als 't verouderd kleed in 't wit des doods te neer. Haar geest, haar ed'le geest is juichend heen gevaren tot God, haar hoop, haar lust, tot Jesus haren Heer. ------ Zij leeft de zalige aan 't tranendal onttogen. Zij leeft waar zonde en smart voor eeuwig balling zijn. Zij leeft en God, God zelf, zal hare tranen droogen en daar waar alles juicht kent zij nu leed noch pijn. Zij leeft en voor Gods troon vind tog de dierbre panden, dier aan haar hart ontrukt, verheerlijkt zalig weer. Zij leeft en eens als zij verlost van aardsche banden zien echtgenoot en kroost ook haar eens zalig weer. ------ Wordt haast haar dierbaar stof aan d'aarde weergegeven, haar ootmoed haar geloof haar deugd bedekt zij niet. Haar beeld blijft in het hart van vriend en magen leven tot eens het weenend oog haar juichend werder [weder ?] ziet. ------ Ds. Overduijn




Naar documenten index

<<< Terug <<<


hdebie45.deds.nl/Genea