Bron: FAW


Brief dd maandag 31 december 1787 toegeschreven aan Mevr E.A, Weerts-Wentholt (1740-1820)

Verklaring:
  • verwessele: verwissele (Twents) Frans (regel 90): Waarschijnlijk een referentie naar hun recent op zee verdronken zoon Arnold Frans (1772-1787) zie index.


    
    1	                                           Den 31 december	   
    	                                                      1787	   
    	Ik ben redelijk wel, met allen, dog bedroeft melan-	   
    	colijk. Ik vreese nog dat van het ene jaar in het	   
    5	ander sal sitten schrijven, Ik heb een nieuwe	   
    	meyd die na moet gaan. So veel te schrijven	   
    	met nieuwjaar deet ik niet wete waar eerst of	   
    	laa[t]st aan sal beginnen. Ik heb aan S[waan] niet[s]	   
    	met al is te veel dat eens opstaat. Die amuseert	   
    10	sig maar met een roman te leesen en een	   
    	steekje te breyen. Geen enkelt woort te spreeken.	   
    	Mij voor alles te laten sitten. God de Heere	   
    	ondersteune mij. Geve mij al het nodige in	   
    	dese kommervolle dagen.	   
    15	Hier nevens sende ik de quitantien die Uw ed[ele]	   
    	wil ondertekenen boven vrouw op--  haar naam	   
    	en mij die dan weer om senden als mede	   
    	de geteekende en gesegelde obligatie die ik	   
    	woensdag moet senden met een jaar interest	   
    20	van dien, tot last van den boedel, aan de heer	   
    	Ze--	   
    	God geve dat het hier morgen alles in ruste	   
    	mag afloopen. Daar is van de morgen een	   
    	sterke publicatie tegen alle oproerigheid	   
    25	schelden, schieten etc gedaan. Hoope het sal	   
    	helpen. Ben het meeste bevreest voor de troep	   
    	arme lieden die dan loopen. Sal de knippen op	   
    	de koetshuisdeur doen en A. en M. in het	   
    	koetshuis laten. Harmen Groeve heeft gisteren	   
    30	sijn sententie gekregen. Is voor 15 jaar gebannen	   
    	uit de provintie van Overijssel. Zeemsmaker	   
    	3 jaar na 't spinhuis en 12 jaar gebannen uit de	   
    	provintie.	   
    		   
    	                                                         blz 2	   
    		   
    	Als men dese en diergelijke dingen hoort so sit ik 	   
    35	treurig en bidde om uitkomst. Ik stoor uw mogelijk	   
    	door al mijn verhaal in het herdenken van de	   
    	aangename tijt die U e[dele] hebt gehad desen nagt.	   
    	Hoope de wafels goed sijn uit geval[l]en.	   
    	Maar als je eens alles bedenkt is het jaar van	   
    40	1787 voor ons een bitter jaar geweest. So van geliefde	   
    	voorwerpen ons door de dood ontrukt als door evene-	   
    	menten die ons als een stroom sijn op 't lijf gevallen.	   
    	Ik voor mij voele de slagen des alderhoogsten. Wil	   
    	niet ongevoelig daar deur gaan. Alle wederweerdig-	   
    45	heeden brengen ons nader tot God. Hij verwissele deselven	   
    	in dit jaar in zegeningen als van outs en [toen] ons	   
    	soeken en vinden datgene dat een redelijke ziel	   
    	genoegen kan geven, te weten sijn salige gemeenschap.	   
    	Hij schenke uw en mij de nodige bekwaamheden	   
    50	om onse kinderen wel op te brengen en te doen dat	   
    	tot best van ons huis is. Hij ondersteune mij in	   
    	mijn post en geve mij gesontheid met allen.	   
    	Ik sende uw de brief van mijn lieve suster hier nevens	   
    	om dat U e[dele] haar manier van handelen ten onse	   
    55	opsigte kunt sien en niet altoos tegen haar so ingenomen	   
    	sijt, daar sij so veel vriendschap voor ons over heeft.	   
    	Wilt mij deselve ook weer senden. Ik hoop U e[dele] in	   
    	welstand weer op R. sult geariveert sijn met uw	   
    	vosinant en J[an] wel sult gevonden hebben. Die liet	   
    60	mij saterdag door Pessink groeten. Die was op de Eese	   
    	geweest. Ik heb [toen] teffens Pessink eens versogt wegens	   
    	Ooytink ons eens op te geven wat het wel weert	   
    	was. Nu is voor een dag of wat, even na uw vertrek,	   
    		   
    	                                                                   blz. 3	   
    		   
    	de makelaar Wilmsen bij mij geweest	   
    65	vragende of Ooytink te koop was. Dat hij sulks	   
    	gehoord hadde en dat hij vrieg voor hoe veel	   
    	het te koop was en of het leen was en aan	   
    	wat voor een leenkamer en dan of het ook	   
    	beswaart was met uitgangen etc. Ik seyde dat	   
    70	het te koop was maar dat ik niet wist voor	   
    	hoeveel. Dat ik uw over 't een en ander soude 	   
    	schrijven. Nu is hij van de morgen weer hier geweest	   
    	om te hooren na bescheijd, dog hebbe gesegd ik	   
    	nog geen bescheyd hadde. Wilt mij nu eens op	   
    75	't één en ander berigt geven. De boer heeft daar	   
    	ook sin in. Konde men het duur verkoopen was	   
    	goed, dog so het somtijts dese of gene O[oytink] mogt kopen	   
    	soude meer om de penn[ingen] te krijgen somtijts verlegen raken.	   
    	Ik moet de boer ook bescheyd seggen.	   
    80	Ik was so op mijn schik dat ik A[rnold] nog so van	   
    	alles gesonden had dingsdag op kers[t]dag pu.t.e, teffens	   
    	sontag van te vooren een brief en in de manden	   
    	weer een groote brief. Nu sie ik van de morgen	   
    	tot mijn smert dat hij reets den 24 is onder zeyl	   
    85	gegaan. Ik heb dat nu alles weer vergeefs gesonden en	   
    	so veel schrijvens en vrijvens voor niet gedaan. Ik	   
    	ben so droevig dat ik sitte te schrijen onder het s[chrijven]	   
    	van dese regels. Hadde nu nog so een heele proviant	   
    	gekregen. Alles nog al so voor hem besorgt. Ik denk	   
    90	altijt om 't gebrek dat F[rans]. heeft gehad. Nu is hij al	   
    	weg. O God geleyd hem, laat uw oog op hem sijn en	   
    	bewaart ons voor droefheid. Weest gij de bestuurder van	   
    	sijn wegen. Mogt ik hem nog eens weer sien, uwe wille	   
    	geschiede.	   
    		   
    	                                                                  blz. 4	   
    		   
    95	Andries is na ter Mars geweest en die  	   
    	sal het besorgen vanwegens de hond.	   
    	So is het volk dat overal gedetacheert was weer	   
    	binnen gekoomen. Tante Lemker heeft opnieuws	   
    	een overval gehad dog is nu weer redelijk.	   
    100	Ik hoop vanavond een brief van U e[dele] te	   
    	ontfangen. Ik sal morgen stil in huis blijven.	   
    	Hoop alles wel sal aflopen.	   
    	Wij groeten uw gast. Ik hoop hij braaf mag	    
    	lesen. Laat hij Simon de Vries eens bij de oren	   
    105	krijgen. Leyd boven op de piramide.	   
    	Als ik weer een beetjen teyt heb sal ik eens een	   
    	brief opstellen voor Staring. J[an] konde ook wel	   
    	wagten sijn neef H. eens te schrijven. Die	   
    	is te Zutphen. Ik heb hem gisteren geschreven 	   
    110	so als ook aan tante van M. en aan Uitermark.	   
    	Adieu. Ik omhelse uw in gedagten en uwe	   
    	gast. Veel complimenten van S[waan]	   
    	en ik ben T.T die je kent.	   
    		   
    115	Laat in uw brief maar niets blijken van Sw[aant]je	   
    	want het is dog vergeefs. Adieu. Denkt veel om	   
    	mij. Als U e[dele] van de obligatie en de quitantien	   
    	weerom sent wilt in een doos of kistje mij	   
    	senden dat se niet nat worden. Heeft U e[dele] een	   
    120	brief van Paats gehad over dat gelt. Suster send	   
    	mij een brief van hem waarin hij meld uw daar-	   
    	over geschreven te hebben en wat antwoord daar 	   
    	op aan haar schrijft. Best is het, so als sij het	   
    	begrijpt, aan Op ten Noort die te senden. Die kan door 	   
    125	Bergman dat mogelijk besorgen. Heeft papa zali[ger]	   
    	niet altijt de onkosten daar afgerekent. Ik geloof di[t]	   
    		   
    	                                             blz 1 (verticaal)	   
    		   
    	Dese brief konde ik dingsdag met nieuwjaar-	   
    	dag niet versenden.	 
    
    
    
    

    <<< Terug <<<



    home.deds.nl/~hdebie45/Genea