Bron: FAW
1 Den 31 december 1787 Ik ben redelijk wel, met allen, dog bedroeft melan- colijk. Ik vreese nog dat van het ene jaar in het 5 ander sal sitten schrijven, Ik heb een nieuwe meyd die na moet gaan. So veel te schrijven met nieuwjaar deet ik niet wete waar eerst of laa[t]st aan sal beginnen. Ik heb aan S[waan] niet[s] met al is te veel dat eens opstaat. Die amuseert 10 sig maar met een roman te leesen en een steekje te breyen. Geen enkelt woort te spreeken. Mij voor alles te laten sitten. God de Heere ondersteune mij. Geve mij al het nodige in dese kommervolle dagen. 15 Hier nevens sende ik de quitantien die Uw ed[ele] wil ondertekenen boven vrouw op-- haar naam en mij die dan weer om senden als mede de geteekende en gesegelde obligatie die ik woensdag moet senden met een jaar interest 20 van dien, tot last van den boedel, aan de heer Ze-- God geve dat het hier morgen alles in ruste mag afloopen. Daar is van de morgen een sterke publicatie tegen alle oproerigheid 25 schelden, schieten etc gedaan. Hoope het sal helpen. Ben het meeste bevreest voor de troep arme lieden die dan loopen. Sal de knippen op de koetshuisdeur doen en A. en M. in het koetshuis laten. Harmen Groeve heeft gisteren 30 sijn sententie gekregen. Is voor 15 jaar gebannen uit de provintie van Overijssel. Zeemsmaker 3 jaar na 't spinhuis en 12 jaar gebannen uit de provintie. blz 2 Als men dese en diergelijke dingen hoort so sit ik 35 treurig en bidde om uitkomst. Ik stoor uw mogelijk door al mijn verhaal in het herdenken van de aangename tijt die U e[dele] hebt gehad desen nagt. Hoope de wafels goed sijn uit geval[l]en. Maar als je eens alles bedenkt is het jaar van 40 1787 voor ons een bitter jaar geweest. So van geliefde voorwerpen ons door de dood ontrukt als door evene- menten die ons als een stroom sijn op 't lijf gevallen. Ik voor mij voele de slagen des alderhoogsten. Wil niet ongevoelig daar deur gaan. Alle wederweerdig- 45 heeden brengen ons nader tot God. Hij verwissele deselven in dit jaar in zegeningen als van outs en [toen] ons soeken en vinden datgene dat een redelijke ziel genoegen kan geven, te weten sijn salige gemeenschap. Hij schenke uw en mij de nodige bekwaamheden 50 om onse kinderen wel op te brengen en te doen dat tot best van ons huis is. Hij ondersteune mij in mijn post en geve mij gesontheid met allen. Ik sende uw de brief van mijn lieve suster hier nevens om dat U e[dele] haar manier van handelen ten onse 55 opsigte kunt sien en niet altoos tegen haar so ingenomen sijt, daar sij so veel vriendschap voor ons over heeft. Wilt mij deselve ook weer senden. Ik hoop U e[dele] in welstand weer op R. sult geariveert sijn met uw vosinant en J[an] wel sult gevonden hebben. Die liet 60 mij saterdag door Pessink groeten. Die was op de Eese geweest. Ik heb [toen] teffens Pessink eens versogt wegens Ooytink ons eens op te geven wat het wel weert was. Nu is voor een dag of wat, even na uw vertrek, blz. 3 de makelaar Wilmsen bij mij geweest 65 vragende of Ooytink te koop was. Dat hij sulks gehoord hadde en dat hij vrieg voor hoe veel het te koop was en of het leen was en aan wat voor een leenkamer en dan of het ook beswaart was met uitgangen etc. Ik seyde dat 70 het te koop was maar dat ik niet wist voor hoeveel. Dat ik uw over 't een en ander soude schrijven. Nu is hij van de morgen weer hier geweest om te hooren na bescheijd, dog hebbe gesegd ik nog geen bescheyd hadde. Wilt mij nu eens op 75 't één en ander berigt geven. De boer heeft daar ook sin in. Konde men het duur verkoopen was goed, dog so het somtijts dese of gene O[oytink] mogt kopen soude meer om de penn[ingen] te krijgen somtijts verlegen raken. Ik moet de boer ook bescheyd seggen. 80 Ik was so op mijn schik dat ik A[rnold] nog so van alles gesonden had dingsdag op kers[t]dag pu.t.e, teffens sontag van te vooren een brief en in de manden weer een groote brief. Nu sie ik van de morgen tot mijn smert dat hij reets den 24 is onder zeyl 85 gegaan. Ik heb dat nu alles weer vergeefs gesonden en so veel schrijvens en vrijvens voor niet gedaan. Ik ben so droevig dat ik sitte te schrijen onder het s[chrijven] van dese regels. Hadde nu nog so een heele proviant gekregen. Alles nog al so voor hem besorgt. Ik denk 90 altijt om 't gebrek dat F[rans]. heeft gehad. Nu is hij al weg. O God geleyd hem, laat uw oog op hem sijn en bewaart ons voor droefheid. Weest gij de bestuurder van sijn wegen. Mogt ik hem nog eens weer sien, uwe wille geschiede. blz. 4 95 Andries is na ter Mars geweest en die sal het besorgen vanwegens de hond. So is het volk dat overal gedetacheert was weer binnen gekoomen. Tante Lemker heeft opnieuws een overval gehad dog is nu weer redelijk. 100 Ik hoop vanavond een brief van U e[dele] te ontfangen. Ik sal morgen stil in huis blijven. Hoop alles wel sal aflopen. Wij groeten uw gast. Ik hoop hij braaf mag lesen. Laat hij Simon de Vries eens bij de oren 105 krijgen. Leyd boven op de piramide. Als ik weer een beetjen teyt heb sal ik eens een brief opstellen voor Staring. J[an] konde ook wel wagten sijn neef H. eens te schrijven. Die is te Zutphen. Ik heb hem gisteren geschreven 110 so als ook aan tante van M. en aan Uitermark. Adieu. Ik omhelse uw in gedagten en uwe gast. Veel complimenten van S[waan] en ik ben T.T die je kent. 115 Laat in uw brief maar niets blijken van Sw[aant]je want het is dog vergeefs. Adieu. Denkt veel om mij. Als U e[dele] van de obligatie en de quitantien weerom sent wilt in een doos of kistje mij senden dat se niet nat worden. Heeft U e[dele] een 120 brief van Paats gehad over dat gelt. Suster send mij een brief van hem waarin hij meld uw daar- over geschreven te hebben en wat antwoord daar op aan haar schrijft. Best is het, so als sij het begrijpt, aan Op ten Noort die te senden. Die kan door 125 Bergman dat mogelijk besorgen. Heeft papa zali[ger] niet altijt de onkosten daar afgerekent. Ik geloof di[t] blz 1 (verticaal) Dese brief konde ik dingsdag met nieuwjaar- dag niet versenden.