Bron: FAW


Brief begonnen Zondag 23 december 1787 en maandag afgemaakt, toegeschreven aan Mevr E.A, Weerts-Wentholt (1740-1820)

Verklaring:
  • wimme (regel 18): ??
  • pekseeren (regel 33): ?
  • momberschap: voogdij
  • supreneert. verrast. Afgeleid van het Franse "surprendre"
  • Snippeling (regel 113): Oude landelijke wijk in Deventer tussen de Holterweg, het spoor en de Zweedsestraat.
  • dien donderdag regel (137): donderdag 20 september 1787 toen de leden van de stadregering vervangen werden en de meeste omgeregelheden plaatvonden.



  • 
    1	                                               Sondagavons	   
    	                                          den 23 decemb[er]	   
    		   
    	Ik hoop U e[dele] met uwen gast de worst	   
    5	wel sult ontfangen hebben uit handen 	   
    	van Teunis W.  , die ik versogt deselven na	   
    	uw toe te brengen. Hoope niet dat enige	   
    	schrik sult gehad hebben [toen] hij kwam. Den-	   
    	kende nu is er vast ongemak. Maar mij	   
    10	dunkte U e[dele] konde  hem selvs nog wel het een	   
    	of ander bestellen also bijna het werk voor	   
    	Jan V. en voor Jan M. gedaan is. De hermetage	   
    	diende wel opgemaakt te worden is een schonen	   
    	schuilplaats in dese tijden.	   
    15	Ik ben gisteren, so als je uit mijn brief	   
    	die bij de worst was gesien hebt, na de stad geretour-	   
    	neert. Heb heden, hoewel sondag, alles nog in 	   
    	de kelder en in de wimme besorgt om dat	   
    	ik morgen so veel te schrijven heb als aan	   
    20	U e[dele], daar ik nu maar vest een begin mede	   
    	maken. Dan aan onse lieve A[rnold] die ik ook	   
    	nog wat moet senden, aan do[minee] Lambrechts,	   
    	dingsdag aan suster. Ik heb een meyd	   
    	gehuurt die ik donderdag krijge so dat ik	   
    25	morgen ook nog so wat boelhuis in de keuken 	   
    	moet houden. Met eene meyd is alles nu	   
    	even pietterig. God geve dat ik het nog so wat	     
    	sal getroffen hebben, maar het is buitenstijts	   
    	en da[a]rom niet veel goeds te krijgen. Nu	   
    30	alweer probeeren. Het is geen houwelijk.	   
    	Ik heb het rookvlees buiten gelaten en alles verder	   
    	aangegeven tot het minste toe om niet in het één	   
    	of ander te pekseeren. H[ij] heeft het mij alles gesaldeert	   
    		   
    	                                                              blz 2	   
    		   
    	te weten den ouden smook op 35 gulden	   
    35 	so dat ik 5 g[u]l[den] 5  st[uivers] aan [ac]cij[n]s heb moeten beta[len]	   
    	en het gehele beest kost ons maar 53 g[u]l[den]	   
    	en een 3de part is bijna opgehangen. 	   
    	Dog daar was geen afdingen aan met hangende 	   
    	pootjes moest ik het aangeven. 	   
    40	Ik heb alles op B[rinkgreve] gelaten en besorgt alsof	   
    	je so daar stont te ariveeren. Dog alleen van het	   
    	saal dat is nog niet veerdig. Wagten na orders	   
    	wie het hooftstel etc. sal maken. Morgenvroeg	   
    	verwagt ik met Teunis antwoord op mijn brief.	   
    45	Nu begin ik met de "nouvelles du jour":	   
    	Gisteren avond om 5 uur so als ik even thuis	   
    	was kwam mij iemands spreeken om te seggen	   
    	als dat gecommitteerdens, die er alle weer sijn, haar papieren en	   
    	verrigtigingen in 's Hage in de magistraat hadten 	   
    50	overgegeven gepasseerde vrijdag. En daar bij een	   
    	lijst, hoedanig en op wat wijse sij over de amten	   
    	hadden gedisponeert. Siet hier nevens een lijstje	   
    	van de voornaamsten, maar sij hebben over allen	   
    	gedisponeert. Den armen Verwey is sijn saat	   
    55	meetersplaats ook afgenomen en aan Nabos	   
    	haar man gegeven. Nu mag hij wel gaan 	   
    	bedelen. Ik sal morgen iets daar heen senden.	   
    	Baas Peters af, Beckman in de Lange Bischop- 	   
    	straat in sijn plaats en so voort. Van de kleyne	   
    60	amten weet ik nog niet veel af. Is alles nog niet	   
    	rugbaar. Voor de vendumeester Doornink is het monsieur	   
    	Jan Rosijn van Zutphen weer vend[u]m[eeste]r geworden.	   
    	Noorbeek af van Dalem in sijn plaats.	   
    		   
    	                                                           blz. 3	   
    		   
    	Oom L-- sal sekerlijk een coopbrief voor	   
    65	sijn huis setten. Men segt dat er aanstaande	   
    	week commissarissen uit den Haag staan te 	   
    	koomen om alles te reguleeren want veelen 	   
    	denken dat de gecommitteerden uit eygen autoriteyt	   
    	sulks gedaan hebben. 	   
    70	G.D.J. is eergisteren den geheelen dag in de	   
    	stad geweest. Ging uit en in sonder enig onaan-	   
    	genaamheid gehad te hebben. Is egter nu weer	   
    	na Hoen--o vertrokken. B----r is met zijn vrouw	   
    	en kinderen te Vreden en heeft aan uw broer	   
    75	een brief geschreven dat hij daar so contant was,	   
    	alle beleeftheid van de lieden genoot, hem bad 	   
    	om het momberschap er dog niet aan te	   
    	geven. Dat alles wel soude ten beste koomen	   
    	en dat sijn huis niet dan bij de week moest	   
    80	verhuurt worden. Dat huis is het dat naast	   
    	onse oude staat. Nu weet je va[n] wie ik ik schrijve.	   
    	De soon van L. of anders de Kiwe sal morgen uit	   
    	de stad gebragt worden die heeft sig onlangs eerst	   
    	weer vertoont. Het is niet goed so abcent te sijn.	   
    85	Heyn J. sal hier op 't gemnasicom stuederen.	   
    	Fritser is redelijk dog daar word nog van geen	   
    	belang ondersoek na gedaan het is een K[ees]	   
    	en so moet het gaan. Houssart heef[t] in	   
    	sijn beraad genoomen hier als predikant het 	   
    90	beroep aan te nemen. Men seyd nu dat de titel	   
    	van proffesser hem sal opgedragen worden. Men	   
    	seyd dat do[minee] Ijsendijk van Wageningen sal bedanken	   
    		   
    	                                                          blz 4	   
    		   
    	voor het beroep.	   
    	De buiten predikanten begint het in de stad	   
    95	so continueel te moeten preeken te verveelen	   
    	ook seyd men dat haar lieder gemeentens in	   
    	opositie koomen. Het is niet alsof het om de 	   
    	3 of 4 weken eens was. So alle sondagen en in	   
    	de week op haar beurt.	   
    100	Te Zw[o]l is een publicatie gedaan om oranje te	   
    	dragen. Nu is het sedert bij veelen in een heele	   
    	sterke graat gedragen. Sommigen agter aan de	   
    	hoeden, als volle neven agter een lijk gaan.	   
    	Halve Camphers. Anderen tot op de hielen in	   
    105	een heele jaars rouw. Het staat commik.	   
    	De burg[emeester] is en blijft daar als van ouds.	   
    	Ant. de Sch--- sal donderdag na nieuwjaar in-	   
    	getekent worden, Het is tijt de Belle moet kramen.	   
    	Dit surpreneert geen mens. Die vader houd sijn	   
    110	bijamt. Ik heb so veel te melden en weet niet waar	   
    	aan beginnen of eyndigen sal. De heer capitain	   
    	Bek is na den Haag om te soliciteeren na een comp.	   
    	Men seyd het gat dat in de Snippeling gespoelt  	   
    	is weer gemaakt sal worden en onsen thans meest gebiedende	   
    115	heer ----  sal een fon[d]s uitvinden omdat te maken.	   
    	Ook om den armen staat te reguleeren ook al een	   
    	fon[d]s toe uitvinden en dan om de soeic[i]tijt in stant 	   
    	te houden ook al een fon[d]s. Konde hij nu voor sig	   
    	selvs ook so een fon[d]s vinden was voor hem geloof ik	   
    120	goed. Maar siet dat sal wel komen. De deugt wordt	   
    	altijt een beloonster van haar selvs.	   
    		   
    	                    blz. 5 ( staat met blz. 6 op een los blad)	   
    		   
    	Men seyd of het waar is weet ik niet dat	   
    	diegene die Husaren hebben gehad bij inkwartiers	   
    	dat kunnen aangeven aan het stadhuis hoe	   
    125	veel het haar gekost heeft. De stad sal het betalen.	   
    	wat of hoe sal ik het maken ? Mooy Duits nietwaar. 	   
    	Bij Hagendoorn,  Aan den Berg, Heyntje sijn de glazen	   
    	weer ingeslagen. Den andren dag heeft hij het aan-	   
    	gegeven met versoek om het weer gerepareert te	   
    130	mogen hebben. De magistraat sond een bode om	   
    	te vragen of hij dat van de stad begeerde waarop	   
    	hij seyde ja. Nu sullen wij sien wanneer die	   
    	weer gemaakt sullen worden.	   
    	Den braven Rukkesfelder sijn beminde vrouw is	   
    135	vrijdag overleden aan de gevolgen van de schrik	   
    	en aan een slag die haar eene van de armen mensen	   
    	in de borst heeft gegeven "dien donderdag" en sedert heeft sij altijt	   
    	geklaagt men seyd het is van binnen in de borst	   
    	verswooren.	   
    140	De knegt van den amptman en burgerm[eester] B[orgerink]	   
    	sal bode worden in van der Beek sijn plaats de lijf-	   
    	knegt van secret[aris] van die naam sal de boden	   
    	plaats krijgen op Amsterdam in plaats van	   
    	Lambeste. Het is een lietje sonder end. Ik sal	   
    145	al weer nader schrijven.	   
    	Wij sijn allen vrij wel. De lieve S[ander] en M[ilia]	   
    	waren ongemeen op haar schik [toen] weer thuis 	   
    	kwamen om dat kleyne wors[t]jes kregen. Sijn	   
    	beyde wel. S[waan] is en blijft sukkelend. Men diende haar	   
    150	op te beuren als sij op sal staan, so stijf is se.	   
    	Het is beklaaglijk voor so een jong mens. God geve	   
    	mij de nodige ondersteuning. Tot hier toe heeft mij de	   
    		   
    	                                                                    blz 6	   
    		   
    	de Heer ook geholpen. Ik sal dese nog niet	   
    	sluiten. Ik mogt deselve nog vervolgen.	   
    155	Adieu. Ik ga na bed het is elf uur.	   
    	Maandag den 24sten december.	   
    	Ik ben heden so wel niet als geweest ben.	   
    	Heb braaf hooftpijn en misselijk. Ik hoop niet	   
    	dat ik mijn oude kwaal sal krijgen.	   
    160	Hier word veel vertelt van gesigten die gesien	   
    	worden, van volk dat inkomt. Selvs is dat	   
    	mens al op het stadhuis ontboden. Een soldaat	   
    	voorsegt hier ook dat er voor nieuw jaar nog	   
    	volk hier uit sal trekken. Dan is er nog 	   
    165	verscheydene andre dingen:	   
    	So onfang ik uw brief. Ik had gedagt	   
    	varkenvlees te krijgen maakt dat nu	   
    	so als je wilt want weete niet of er een 	   
    	karre vaart op Kers[t]dag.	   
    170	Dewijl U e[dele] woensdag komt wil ik de moeyte	   
    	sparen van te schrijven. Moet nog aan Lambregts	   
    	en aan onse lieve A[rnold] schrijven en ben niet wel.	   
    	Moet meer doen als ik kan. Ik schrijf ook haast	   
    	onleesbaar door de grote haast. Ik bespare	   
    175	nu alles mondelijk.	   
    	Woensdag sal alles veerdig wesen wij hadden	   
    	het reets ook maar van Kurh bestelt	   
    	Adieu. Tout a vous. Tot woensdag of donderdag	   
                                na ik ben	   
    180		   
    	Dese lintjes moeten na de Eese voor de lieve 	   
    	Doore. Sal daar een beurs voor Jan van maken.	 
    
    
    
    

    <<< Terug <<<



    home.deds.nl/~hdebie45/Genea