Bron: FAW


Brief dd maandag 19 november 1787, toegeschreven aan Mevr E.A, Weerts-Wentholt (1740-1820)

Verklaring:
  • bannen (regel 15): In de ban doen.
  • chargesijn (regel 46): verbastering van chirugijn ??
  • "vu a un bon entendeur ---ey" (regel 65) Bedoeld: U bent een goed verstaander ---ey.
  • mammezille: Verbastering van mademoiselle
  • regel 97 e.v. gaat over zoon Arnold(16) in opleiding tot zeefofficier.


    
    1	                                                        Om 10 uur 	   
    	                                                        den 19 November 	   
    	Dat U e[dele] met uwen gast wel bent              1787 	   
    	begrijp je ligt hoe aangenaam het was te  	   
    5	hooren, voor een oude goede kennis als ik 	   
    	ben, en die altijd so veel van menheer 	   
    	heb gehouden. Nu je hebt dan ook veel 	   
    	goed aan mij gedaan, en dat sal ik sien 	   
    	te belonen so lang ik leef. Mijn laa[t]ste 	   
    10	brief was na de eerste en laa[t]ste smaak 	   
    	geschreven en so sal ik dese weer moeten 	   
    	schrijven want in ons presque dorp gaat het nog 	   
    	al sijn ouden gang, met slaan, schelden 	   
    	en de mensen sowat de waaren op straat 	   
    15	te gooyen, met bannen. Se sitten er goed 	   
    	agter heen. Nu wat sal ik seggen, se hebben 	   
    	het er ook wel na gemaakt, die weergasen 	   
    	Pa----- Perelenborg is eergisterenavond 	   
    	om 10 uur nog uit de stad gebannen en	   
    20	so staan er nog verschijden op de valreep.	   
    	Ten Broeke wierd gisteren avond ook geslagen.	   
    	Gistermorgen in het coffihuis van Gal-- 	   
    	de latijnse do[minee] Weytink, verder Coops, en de 	   
    	knegt van den Haagsen apoteker. Heden  	   
    25	is er een hopman voorgestelt, te weten Hage- 	   
    	doorn. Nu krassen sij al braaf met de sabels 	   
    	dat de vonken eruit vliegen. Ik hoop dat alles 	   
    	wel sal aflopen. In Den Bos is deerlijk 	   
    	geplundert. Te Campen is nu alles stil. Daar 	   
    30	hebben sij het so begrepen om direct aan 	   
    	onsen Stadhouder daar kennis van te geven en 	   
    	[toen] sijn de strikste orders van de werelt gekomen. 	   
    	Want je begrijpt met mij hoewel ik een gemeen 	   
    		   
    	                                                    blz 2	   
    		   
    	mense sijnde en van de saken so geen 	   
    35	verstand hebbende, dat het hem spijten moet dat 	   
    	er soveel desorders gepleegt worden, en dat so 	   
    	klakkeloos om de Patriotten maar onder te brengen, 	   
    	Als die snaken uit het land waren soude er 	   
    	neste sijn, so heb ik onlangs nog een heer 	   
    40	van de regering door een twe[e]de hand evenwel, 	   
    	horen verhaalen. Want sie met sulke 	   
    	heeren verkeer ik niet. Te Utregt sijn of sullen 	   
    	de vroetschappen gebannen worden. Wat dunkt je 	   
    	daar van ? In de courant, die men nu veilig mag 	   
    45	geloven, staat er dog niet van in. Ik seggen 	   
    	so als mijn verhaald is, door onsen chargesijn 	   
    	die nog al veel weet en bij veele heeren komt. 	   
    	Want siet hij verstaat sig de kunst wel dog 	   
    	hij sal en sonder kleerscheuren ook niet 	   
    50	afkomen, hij vind S[waan] redelijk en sij 	   
    	begint, God sij gelooft, weer te gaan. Heden 	   
    	was het jongste kind van uwen goede vrinden 	   
    	siek. Sal hoop ik van geen gevolg weesen. 	   
    	Die vrouw versoekt als uw  vriend eens weer 	   
    55	aan haar schrijft, van de tijt er op te doen 	   
    	en omstandig, so hij wil, antwoorden. O sij heeft dog so een pak	   
    	te torsen. dog God ondersteunt. Het is al so wat so te schrijven, van sijn saaken, 	   
    	[e]n andre dingen weet ik ook niet af. 	   
    	Het is mij lief dat uw vriend met genoegen is 	   
    60	in het land sijner maatschappen van de vosins	   
    	kant, dog of hij ook niet sal moeten weerko[men] 	   
    	dat sal de tijd leren. Want nu willen sij sommigen 	   
    		   
    	                                                       blz. 3	   
    		   
    	die samen als het ware bijeen woonden	   
    	weer in de stad hebben, of drijge haar daar 	   
    65	vandaan te sullen laten haalen (ben blijde den 	   
    	jongen knaap  bij uw vrient is) "vu a un 	   
    	bon entendeur ---ey". Sie hoe weerga.	   
    	Heb ik dat woord nog onthouden. Ja ik heb in mijn 	   
    	jongen tijt ook nog op de Franse schoole 	   
    70	bij de mammezille gegaan.	   
    	Ik hoorden vandaag van buurman ----- 	   
    	als dat er maandag so als vandaag Landdag 	   
    	te Campen soude sijn (of hoe heet het in loco: kome souden). Men segt sterke maat-	   
    	regelen sullen genomen worden. Nu als ik 	   
    75	so wat hore sal ik het uw melden. Maar was 	   
    	het niet goed dat je zelvs eens werd onderrigt 	   
    	door uw goeden vrienden te C[ampen] hoe het sit  ?	   
    	ik ben in een droom en somstijt half als in een soese ik dagt al eens als 	   
     	ik verbij kwam, eens aan te komen, maar 	   
    80	ik vind het nog niet raatsaam  alles so 	   
    	te  verl[ate]n. Een keer spreken met mijn goed 	   
    	ouden vriend, soude mij veel oplossen maar ik 	   
    	verzoek daar nog niet op te denken om op B[rinkgreve] 	   
      	te koomen, op een dag en 's nagt daar te blijven. Ik schrijve 	   
    85	nog nader als ik eens weer wat hoor. 	   
    	De sleutel sit in dit pak en een kleyn sleuteltje 	   
    	is van de beschuittrom op het roode k[ast]je 	   
    	daar de boterpot ook staat. Ik heb nog wel een 	   
      	nieuwe swarte broek dog die heb met het swarte 	   
    90  leed weggelegt. Dese is goed om mede te 	   
    	Vis[sen] Adieu ! Groet mijn besten vriend 	   
    	en denkt om uwe oude meyd ---- 	   
    	Laat uw gast bij de beschuittrom niet komen ! 	   
    		   
    	                                                           blz. 4	   
    		   
      	Ik heb in huis so menheer begrijpt veel te doen 	   
    95	en dan nog. So veel daar bij te krabbelen.  	   
    	daar is ook een brief. Heden gekomen van Uw buurman zoon A[rnold] 	   
    	die heel wel is en met de eerste Oostenwint na 	   
    	zee gaat dat de oude luitjes wel aanstaat. Also	   
    	sij dagten dat hij te tammekes souden over-	   
    100	winteren. Dat kind is heel, wel en verwagt 	   
    	ten eersten een brief van sijn "oude man" of van 	   
    	sijn moertje. 	   
    	                                     Nu ik groet je 	   
    	Daar is rogge in een koffer op de plunderkamer.	   
    105	Daar moet een schepel van na de meule en dan 	   
    	moet de H.  den ovend stoken en J.B moet 	   
    	bakken. Tot uw voordeel: 3 brooden uit het schepel 	   
    	Advi[e]s van uw Oude Meyd 	   
    	Ik soude mijn oude vrient Bukking senden dog 	   
    110	hij........... gesegt dat se ...... ........ ....	   
    	tot ........ dus kan ik se niet senden gaa..	   
    	 .o ...... over...... staat 	   
    		   
    	                                     (verticaal onder tekst)	   
    	Dit sloopje is op een  	 
    	kleyn kussentje 
    
    

    <<< Terug <<<



    home.deds.nl/~hdebie45/Genea