Bron: FAW
1 Den 17 novemb[er] Mijn heer en vrient, 5 Ik heb desen morgen door S. B--r met genoegen vernomen als dat U e[dele] heel welvarend sijt. Waar het anders het soude mij van harten leet weesen. Ik kan niet nalaten met dese goede gelegent- heid uw een kleyn lettertjen te schrijven als- 10 dat ik nogal redelijk, na de tijd, ben met den kleynen S[and]er en M[ilia], dog dat die andre nog al het selvde is. Komt so van 't bed op stoel en van de stoel na bed. Spreekt geen woord, is altijd even k[----]g.'t minste vervel[e]n 15 ik. Sit nog met ene meijd. Ik was anders, so die siekte niet tusschen beijde was gekomen, van intentie geweest na een goed best vrient van mij te gaan met de heele boel. Maar nu moet ik blijven. Den docter oordeele 20 niet te moeten gaan. Voor eerst weten waar het heen wil met de siekte. Dog ik denk dat het op sijn hoogst sal sijn geweest. Het water begint braaf te sakken so dat ik so gauw als mogelijk is bij hem sal 25 koomen. Ik vrees dat de tijt hem sal lang vallen dog heeft beste stommen vrienden bij sig. Hij moet sig nu so lang behelpen. Ik verlang uit de verdrukkinge te koomen. Het gaat hier nog al het selvde. Die het 30 minst seyd dat sweemt na Patriotismus word opgehaald en na de Poort gebragt. blz. 2 Seemsmaker heeft nu al 9 weken geseten. Abels en 2 soons sijn voor enige dagen opgehaalt en na de Poort gebragt. Se hebben 35 "de Patriotten boven" geroepen. (Hoe dwaas sijn die mensch[en] daar wij het so goed hebben onder dese regeringe.) Peerelenberg en de vrouw sijn vandaag na den Poort gebragt omdat se geen lietjes, die hier door de liedesangers langs straat gesongen 40 worden en al seer mooy sijn, niet wilden koopen. Sij sijden dat degene voor wie se gemaakt waren haar geen oortje weert was (verdienen sij dan ook sulke straf niet) Jawel hoe sal het langer gaan so se met tak en wortel niet uitgerooyt 45 worden daar sal alle dag so wat voorvallen. (die wereltse Keesen) Nu moet ik uw verhalen. hier woont eene heer in de stad die uw misgien in persoon of bij naam bekend is, heet Wilm Lemker. Dese 50 heeft dan ook al onder het vrijcorp geweest en die mens heeft sig langer tijt in huis gehouden. Dagelijks kwamen er 's avonds so enigen om te vragen of sij dienst konden krijgen onder sijn compagnie. Andren om 55 hem eens te spreeken. Dan ging sijn oude vader met een goede knuppel aan de deur. Dog gingen dan weg. Dog gistere-avond was Wilm eens gegaan na Brinkhuis, de bakker, die digt bij hem woont. Hij gaat om 9 uur na huis. 60 Bij sijn uitgaan so fluit er een jongetje. blz. 3 Da op koomen 4 personen so hem dunkt met witte kielen uit de Borselsteeg smeten eerst met steene. Den ener gaf hem met de sabel een houw op 't hooft den anderen over de neus, smeten hem op den 65 grond, trapten hem op de borst. Hij schre[e]uwde so ellendig dat de mensen uitliepen. Hij riep "slaat mij maar dood" en sij dagten [toen] hij so ellendig voor de grond leyde hij is nu half dood en de schildwagten van Voshol commandant 70 hebben hem nog min of meer verlost. Ik heb een heer gesprooken die hem heeft helpen na bed brengen. Die verhaalde mij dat hij er al der deerlijkst uitsag en had veel medelijden met hem. Heylegers heeft hem 75 verbonden. De houw op het hooft is in het bot. Hier aan spiegele sig dog een ander om uit de handen van sulken uit te blijven en sig verre af te houden om niet so ongelukkig te worden en dewijl sij de dood geswooren hebben aan 80 de soon van een goed best vrient van mij. So hoop ik sullen degene die voor hem moeten sorgen voor al geinclineert sijn om hem na een Ac[ade]mie te stuuren ver van hier Ik hoop dat de brenger dese wel sal over 85 komen en voorsigtig in sijn woorden sal sijn . Laat het geselschap van L--- dog maar uitblijven beter alleen daar wonen wolven en schapen. Ik twijffel niet of dat mantje sal aan 90 de regte man sijn gekoomen. Als die menschen weer wat senden sal het altijt, so het wel gevallen heeft en sonder opbreeken aan wel is geworden, besteld worde. Wegens de begeving der amten verneemt men 95 nog niets wie die sal hebben. Buranus, of je die kent, is ook uit het schippers gilde geset met zijn knegt. Alles is wel ter plaats daar uw goede vrient laa[t]st is geweest. 100 Nu menheer ik hoop so spoedig mogelijk als die weg uit kan komen eens bij uw te koomen, want ik heb hier geen aard. Se schelden mij voor "Lulla Kees" uit als ik aan de deur sta (en je weet nu hoe ik denk) 105 Als de jonges door mij wegens de siekte van een mijner huisgenoten versogt wert van de stoep te gaan, dan seggen se jaa eerts nog eens dat uitgespeelt en nog een beetje met de glijlanden en nog een beetje gaan wandelen 110 dan sullen wij uit schijden. Dat mens die je wel kent heeft de ramen nog so als se sig bevonden voor 8 dagen en vind er sig goed bij. Sal se met laten maken want de planken sijn bij sommigen 115 al wat voor heen gebroken en dan gaat het nog erger. Geen glasen vindende teeren sij. So de illuminatie nog de 28 plaats heeft sal dat alles gered worden. Dit mens heeft alles besteld So ontvang ik een brief van mijn besten vrient 120 Het schijnt hij met veel genoegen daar is. Dat verheugd mij nog in alle mijne omstandigheden. Ik sal alles besorgen, Ik verwagte so hem iets mankeert daar van onderigt te worden. Groet hem hartelijk voor ons allen. Blz 1 verticaal in linkerkantlijn 125 Die heer die [toen] met sijn vosinant laa[t]st daar was sal bij mijn besten V. moeten slapen. anders op het op --- kamertje. Maar alweer meer moeyte.