Bron: FAW
1 Om 5 uur maandag der.: 22 October van huis Alles is wel, dog ik ben als in een droom. 2 schildenhuisen staan voor de deur. De 5 collonel van Gokkinge,komt morgen van Swol hier logeren. Geeft hier aan huis een diné van 25 officieren op kosten van de stad. Dog hier koomen de koks en kooken. Alles moet 10 hier in order wesen. Siet hier het geval. Van de morgen om agt uuren opstaande en mij kledend wierd er ontsagelijk gescheld. Daar was een officier van de Huzaren om 't huis de stallingen en koetshuis te besien, voor de coll[onel] van 15 Gokkinge. Ik kwam te laat, was al weg [toen] ik van boven kwam. Wat soude ik doen ? Dat mij opgelegt word moet ik dragen. Den officier kwam weer met B[urge]m[eester] Cavaljé. Ik sprak met hem. 3 kamers 20 moesten er wesen. Alles bestelde hij. Ik versogt hem of ik de tapijten mogt opnemen, dat hij mij ook toestond. Daarop heb ik alles met 2 timmer- lieden laten doen. 't Paviljoen weer 25 na boven gebragt, om dat die heer sijn eygen bedstede heeft die in de kleyne voorkamer morgen sal blz 2 geset worden. Dog strak krijg ik weer den heer majoor van Golts, die mij 30 seyd dat de soon van de collonel in sijn kamer mot slapen, nu is het alweer van boven gebragt. Ik ben in een soese (Hoe gelukkig is het dat ik de resolutie nam van te vertrekken. Hoe soude het hier 35 gegaan hebben ? Onsen kamer dinaar en eene meyd. Hoe soude het gegaan hebben) Het is mij veel eer sijde ik tegen den officier de coll[onel] te mogen huisvesten. Ik sal so veel als ik kan toebrengen tot gemak van 40 die heer. Ik liet hem de stukkende glasen seen. Dog hij versogt die te laten maken, dat gedaan is. Met enkelde veeren word de mus kaal. So gaat het ons ook. Ik ben so verwondert dat ik sondag 45 geen brief onfangen heb van uw mijn goeden vrient, dat had mij in mijn omstandigheid nog wat vertroost. Ik heb sondag met de Post aan uw onder couvert van den solliciteur geschreven, so als ik nu ook weer sal 50 doen. Ik ben siekelijk en heb geen rust. De nagt van sondag op maandag was seer ongunstig. Om half een wierd gescheld en blz. 3 weer gescheld, ik konde niet opkomen so slim was ik. [toen] stond S[waan] op om 55 te sien of onse kamerdinaar dat wel hoorde. Den arme sukkel was al op en de deur los doende, was er een wagtmeester om onsen heer te spreeken. Die moest inmediaat bij de majoor van Golts komen. 60 Ik leyde te beven als een blad. Hij ging [toen] weer na bed. Om 3 uur al weer het selvde geschel. Bij de majoor a[a]nstonts koomen. Onse getrouwe stond weer op. Weer na bed. Moest om 5 uur na Burgerm[eester] P[utman] gaan om te seggen 65 dat om 7 uur de raad moest belegt worden. [Toen]begonnen sij alles op te pakken en onse heer vertrok om 1 uur na Zutphen. Se hebben alle de geweeren die de thans regerende Burgerij besat opgehaald 70 en na Zutphen met alles wat hier nog was getransporteert. De schanslopers buisjes etc. Hij smeet voor sijn Huusaren ook nog een of 2 pakjes neer, daar bij voegende: daar heb je nu ook nog wat van de --- 75 Ik hoop dat alles sig sal redden en de dag vanmorgen wel sal aflopen. God ondersteune mij swakke vrouwe. Bid uwen en mijnen Vader voor mij dat hij ons beyde in onse bittre omstandigheid wil bij staan. blz.4 8o Segt dog aan Uwen besten vriend dat hij niet op sijn buiten B[rinkgreven] moet komen. Sij sijn magtig op hem verbittert. Maar dat hij eerst dog aan sijn vrouw moet schrijven. Die sal 85 ook besorgen so als se kan dat er op die andre plaats 't R[oss] alles sal besorgen . Dat hij daar kan wesen, mits sig wat te behelpen. Dog dat sij het so bitter druk heeft dat eerst eens 90 weer dat alles moet verbij weesen. Ik twijffel niet je vat de kneep den aanstaanden. Gott---t. is wel dog moet voor al niet komen in de nabijheid. Is nog bij deselvde lieden. Heb aan C--k versogt dat hij eens bij hem wilde 95 gaan als in de nabuurschap sijnde van de collonie van den Ey--- De provisooren van de godshuisen sijn bedankt . Morgen souden sij anders nog ossen gekogt hebben dog die wil nu niet eens na de markt gaan. 100 De broer van uwen besten vrient wilde wel een van onse beesten hebben. Ik seyde dat dat tot sijn dienst was dog hoe het nu gaan sal weet ik niet. Hij wilde dat kalf met de blinde vrouw slagten. Uwe sal meer nieuws weten als ik van de publike 105 saken. Daar loopt een gerugt dat de Francosen in aanmars sijn. Men denkt hier dat uwen besten vrient daar na toe is. Ik heb gesegt dat die om de reden die je weet na die stad was. Onsen officier gelooft het ook. Verticaal in kantlijn blz. 1 Adieu waarde vriend omhelst degene die nog bij uw is en sijt Gode aanbevolen.