Brieven aan Dirk de Brauw. Bron:FAdJ Documenten/Mappen de Brauw/ Map-3-doc


Brief d.d. Batavia 21 februari 1877 van Antoinette de Brauw.
Noach III = Een driemasterclipperfregat van 1117 ton van rederij Fop-Smit gebouwd in 1869. Op Java trad hij in dienst van de Nederlandsch-Indische Stoomvaart Maatschappij.

pag. 1/4

01	Batavia 21 febr[uari] [18]77

02	Beste Dirk

03	Ge zult wel vreemd staan
	opkijken dezen uit Batavia
05	gestuurd te zien, maar nog
	vreemder als ik u vertel dat 
	ik hier wachtende ben op het 
	vertrek van Noach III waarop
	ik passage heb genomen heb om
10	naar Holland te gaan. Het is
	alles zoo plotseling in zijn
	werk gegaan ... ik dadelijk
	moest decideren of ik mede 
	wilde gaan of niet. Ik hoop maar
15	dat wij een voorspoedige reis zullen
	hebben en Nonnie niet ziek moge
	worden aan boord. Gelukkig maakt
	zij het tegenwoordig zeer goed. Hoe
	naar dat ge zoover weg zijt en ik
20	u niet meer zien kan voor mijn
	vertrek want in hoevele jaren zullen
	wij elkander niet meer terugzien ?
	Ik zal waarschijnlijk wel nimmer
	meer in Indië terugkeren en het
25	zal nog wel verscheidene jaren duren
	eer gij naar Holland gaat.

Pag 2/4

01	Uw brief uit Penang ontving
	ik in goeden welstand met
	de kleine. Natuurlijk weet
	ge reeds dat Marie een zoon
05	gekregen heeft. Het is een lekkere
	dikke boy en zal Emile genoemt
	worden. Marie en Ruem[pol] en de
	kinderen waren alle gezond toen
	ik heenging en, zoo ik meen, allen
10	zeer bedroefd. Als ik het mij niet
	ten pligt stelde om Nonnie naar
	Holland bij haar grootmoeder te 
	brengen zou ik bij haar blijven.
	Hoewel niet veel hielp ik haar
15	toch met het een en ander. Nu
	staat zij alleen voor al die kinderen.
	Ik hoop maar dat zij spoedig
	een goede ..... of gouvernante
	zal kunnen krijgen.
20	Hoe lang zoudt ge nog wel te
	Atjeh moeten blijven ? Het is geloof
	ik al de vierde maal, ja ,  dat
	ge er naar toe zijt. Hoe vreselijk
	toch. Ik hoop maar dat ge niet
25	weder die akelige galkoorsten krijgt.
	Menageer uzelf maar goed.
	Verbeelt u dat wij Albert drie

Pag 3/4

01	weken te Djockja gehad hebben hoe
	heerlijk, ja. Hij telegrafeerde toen
	hij te Batvia aankwam en toen
	heeft Ruem[pol] dadelijk terug getelegrafeerd
05 	dat hij verlof aan moest vragen
	hetgeen hem gelukkig werd toe-
	gestaan. Hij is tegelijk met mij
	van Djocja vertrokken en bracht mij
	te Semarang op de boot. Den
10	volgenden dag zou hij vertrekken
	naar Soerabaja om daar de
	Macassar boot af te wachten.
	Maar hem zie ik spoedig weder
	in Holland daar zijne drie
15	jaren in october voorbij zijn dus
	welligt zie ik hem nog dit jaar
	terug.
	Marie en Ruempol gaan eerst 
	over een jaar of vijf denk ik.
20	zij willen wachten tot Ruempol
	2 jaren kolonel is om met
	pesioen te gaan. Cons en Bertha 
	zijn een paar mooije aardige
	meisjes geworden. Het jongere
25	geslacht valt weinig van te zeggen
	op hun tijd stout en goed zooals
	alle andere kinderen.

pag 4/4

01	Afijn kleine ...geltje is ook
	een kleine slimme rakkert. Zij
	kan al zoo stout zijn zijn soms
	maar nu heeft zij veel pijn
05	van de tantjes. O, vreselijk zeer
	schijnt dat te doen want dan
	huilt zij dikwijls zoo bedroeft en
	van zelfs. Terwijl zij lijt te slapen
	doet zij niets als snikken. Ik
10	zou wel wenschen dat die tanden-
	periode achter de rug was want
	daarvan lijdt een kind erg.
	Ontmoet ge Constant Ruempol
	wel een op Atjeh ? Ik ben gisteren
15	een geheelen dag bij Jeanette geweest
	die logeert op 't oogenblik bij Charles
	en Caroline op Bivara Chrina want
	Bas en Christine zijn naar Padang
	vertrokken. Haar kind is ook [z]waar
20	ziek geweest van de oog ...... ...
	is er nu Goddank weer geheel 
	boven op. Het kind kan al zoo
	aardig praten. Nonnie begint ook 
	al met woorden te zeggen maar
25	blijft steeds  even klein en tenger.
	Ik logeer bij de familie Werfels
	op Palembar. Voor mijn vertrek ontvangt

Pag1/4 verticaal

01	ge nog een enkel letteretje tot afscheid dat beloof ik ge.
	Ik hoop dat ge [die] in goeden welstand [m]oogt	 ontvangen
	Nonnie geeft u vele zoentjes evenals
				Je liefhebbende zus
				Antoinette