Brieven aan Dirk de Brauw. Bron:FAdJ Documenten/Mappen de Brauw/ Map-3-doc


Brief d.d. Djocjakarta 27 juni 1876 van Antoinette de Brauw. Zij logeert in Djocjakarta bij haar zuster Maria Johanna Lucie (Marie) (1844-1189) gehuwd met de officier M.C.E. Ruempol (1830-1890). Kennelijk heeft het echtpaar op dat moment 2 dochters en 1 zoontje. Antoinette is van plan om begin 1877 naar Nederland te vertrekken. Voordat ze naar Djocjakarta kwam is zij in Batavia geweest waar ze een foto liet maken die ze bijsluit.
  • Tine = zuster Jacoba Albertine (1845-1901] weduwe van R.V. Heijliger (1829-1875) uit dit huwelijk een dochter Maria Albertina Jacoba Catharina (Marietje *circa 1864) en een zoon Albert Victor (* 1866). Het gezin verblijft nu in Holland.
  • Mama Hagedoorn= Petronella Ronaldus Hagedoorn - de Brauw, moeder van de overleden echtgenoot van Antoinette. Zij woont in bij haar dochter Betsy
  • Betsij= De in Amsterdam woonende schoonzuster Elisabeth Domela Nieuwenhuis - Rolandus Hagedoorn
  • Tante Mietje is tante Marie de Brauw - de Brauw gehuwd met oom Constant uit Breda
  • Marie = zuster Maria Johanna Lucie Ruempol - de Brauw. Hij is officier en wordt Ruem genoemd in de brief.
  • Jeanette en Constant = ???
    
    pag. 1
    
    01	Djocja 27 junij 1876
    
    Pag. 1
    
    02	Lieve beste Dirk,
    
    03	Uw laatste brief van 23 april
    	ontving ik in orde. Het deed mij
    05	genoegen er uit te lezen dat ge gezond
    	[w]aart ik las Ruem[pol] je brief voor
    	maar tot nog toe hoor ik niets
    	er over of ge overgeplaatst zult
    	worden. Ik hoop echter dat zulks
    10	maar gauw gebeuren zal want
    	anders mocht ik je eens niet meer
    	ontmoeten voor mijn vertrek naar
    	Holland. Want naar Holland ga 
    	ik en samen wonen dat doe
    15	ik niet al was het ook bij menschen
    	die engelen waren. Mama Hagedoorn
    	die bij haar dochter Betsy Nieuwen-
    	huis inwoont schreef mij dat
    	Betsy gaarne zou zien dat ik bij
    20	hen kwam wonen natuurlijk tegen
    	een  tegemoetkoming in de huis-
    	houding en Tine heeft mij
    	ook geschreven om bij haar te komen
    	wonen maar tante Mietje schreef
    25	mij dat ik liever probeeren moest
     
    Pag.2
    
    01 	om alleen te wonen op een
    	paar kamertjes. Zij zou mij
    	ook nu en dan wel eens
    	wat toestoppen zeide zij en dat
    05	is nog naar mijn ide[e] de hartelijkste
    	en best doordachte raad die ook
    	geheel met mijn zienswijze en
    	met mijn plannen overeenkomt.
    	Ik denk dus dat ik mij in 
    10	Breda zal gaan vestigen. Ik zal
    	echter niet eerder naar Holland
    	kunnen gaan dan in february of
    	maart van 't aanstaande jaar
    	want Nonnetje is een fijn poppetje
    15	en dr. Gutteling te Batavia raade
    	mij sterk af om met haar naar
    	Holland te gaan voor zij op 
    	krachten is en in october of nov[ember]
    	zou ik niet gaan omdat ik dan
    20	zoo in de koude aan ga komen.
    	Ik zend je hiernevens een portret
    	van Nonnie en mij dat ik te
    	Batavia liet maken voor mijn
    	vertrek naar hier. Zij gelijkt er
    25	sprekend op. Ik weet niet of ik
    	je reeds schreef dat zij Betsij heet
    	naar Hagedoorn's eenige zuster.
    	Hij hield zoo veel van die zuster.
    
    Pag. 3
    
    01	In het begin van april kwam 
    	ik hier te Djocja dus ben ik
    	hier al bijna drie maanden
    	Marie en de kinderen maken het
    05	allen wel gelukkig, behalve Marie
    	nu en dan eens haar eigenaardige
    	ziektetjes. Je weet wel wat ik 
    	bedoel en Ruem[pol] altijd in 't idee
    	dat zij half stervende is geloof ik.
    10	Enfin het is toch maar een goede
    	brave man want er er is geloof ik
    	geen echtgenoot die zoo verzot is 
    	op vrouw en kinderen als Ruem[pol]
    	De meisjes zijn nu al elf en
    15	twaalf jaren oud en zien er 
    	goed uit vooral Bertha.
    	Albert is nu 4 jaar bijna vijf
    	en Dirk al twee jaar. Dat is nu
    	een beer van een jongen en
    20	volgens Marie vroeger even zoo
    	mager als Nonnetje nu is.
    	Jeanette en Constant zijn naar
    	Soerabaja. Hij is majoor geworden.
    	Tot Samarang maakten wij de
    25	reis gezamenlijk. Zij hebben een
    	aardig maar niet mooi dochtertje.
    	J[eanette] net als vroeger even vrolijk en
    	...ig maar verbeeldt zich vres-
    
    pag.4
    
    01	selijk zenuwachtig te zijn al-
    	lemaal toedoen van Constant
    	die in zijn huwelijksleven
    	aan Ruem[pol] doet denken. Tegen
    05	dit kan J[eanette] niet en over dat
    	mag men met haar niet praten
    	want dan word zij zenuwachtig
    	en zoover heeft de verbeelding het
    	reeds gebracht dan is zij den volgende 
    10	dag ziek en zwak. Enfin ik 
    	heb het haar eens gezegd en zij
    	luisterde er nogal tamelijk gedwee
    	na[ar]. Ik geloof dat zij het zelve
    	ook vond. Van oom en tante
    15	krijg ik steeds geregeld tijding.
    	Zij maken het beiden nog perfect.
    	Van Tine kreeg ik ook verleden een
    	brief. Zij klaagde er zeer over dat
    	gij nog Albert ooit schreef
    20	en dat gij haar met Heyliger's 
    	overlijden niet eens een lettertje
    	geschreven had. Schrijf haar toch
    	ook eens . Zij gevoelt zich daar
    	zoo eenzaam en verlaten in Holland.
    25	Marietje is naar kostschool en als
    	Marietje er eenigen tijd geweest is
    	dan zendt zij Victor naar kost-
    	school. Beiden tegelijk kan zij niet 
    
    
    
    pag 1 verticaal
    
    01	missen zegt zij. Met hare finantiën staat het
    	zeer goed zij heeft ongeveer 5000 te verteren in
    	't jaar. Zij heeft mij zeer hartelijk voorgesteld
    	een paar honderd op mijn naam vast te stellen
    05	's jaarlijks. Maar och ik denk wel dat ik genoeg
    	zal hebben. Ik heb gelukkig niet veel behoeften.
    	Morgen schrijf ik naar Albert. Zoals je weet
    	is hij officier geworden.
    	En nu adieu beste jongen. Ontvang vele groeten
    10	van allen hier en schrijf weer eens gauw.
    			Je liefh[ebbende] zuster
    			Antoinette